Categorie: Wiki sranan
Wiki sranan
Toegimin Sowirono
Borret
Borret
De in Maastricht geboren Borret ging als jurist naar Suriname en was er tevens actief als predikant. Door zijn toedoen is eind 19e eeuw het dagelijkse leven op de leprozerie Batavia vastgelegd.
Arnoldus Hyacinthus Aloysius Hubertus Maria Borret (1848-1888) was de zoon van de gouverneur van Noord-Brabant. Hij verloor op 5-jarige leeftijd zijn moeder en volgde hierna het collegie der Jezuieten te Katwijk, waarna hij rechten studeerde.
Hij vertrok in 1878 naar Suriname waar hij werkzaam was als griffier van het Hof van Justitie in Paramaribo. Al spoedig werd hij rechter en later ook lid van de Koloniale Staten. In 1882 gaf hij al zijn hoge functies op om toe te treden tot de orde der redemptoristen. In 1883 werd hij priester en later provicaris. In 1888 overleed hij aan tyfus.
Borret was een gedreven tekenaar en schilder. Hiernaast had hij aanleg voor architectuur, waardoor hij in Suriname betrokken raakte bij het ontwerp van de Kathedraal. Hij legde zijn indrukken van Suriname vast in een album. Begin 1882 stuurde hij dit naar zijn broer Theodoor in Nederland. Deze schonk het in 1911 aan het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde.
In 2003 werden alle 148 tekeningen uit het album gereproduceerd. Het uitgebrachte boek met de titel “Arnold Borret” bevat tevens vier tekeningen die zijn gevonden in het archief van de redemptoristen in Wittem, Limburg.
Melaatsche vrouw (Saartje Doolhof), Arnoldus Borret, 1878
Katholieke kerken
De bouwpater
De markante katholieke kerken die in de 19e eeuw werden neergezet in Suriname kenden als bouwmeester Frans Harmes. Hij heeft ook de basiliek op zijn naam staan, waarvan het interieur werd ontworpen door Arnold Borret.
Franciscus Joseph Leonard Harmes (1835-1894) werd in Venlo geboren en was van beroep timmerman/aannemer. Hij behoorde tot de Redemptoristen die vanaf 1866 in Suriname actief waren.
Hij was als “kapelaan” vanuit ‘s Hertogenbosch naar Paramaribo gekomen, in de wetenschap dat hij als timmerman en schrijnwerker veel voor de kerk zou kunnen betekenen.
In 1869 richtte hij de “missietimmerloods” op, een bedrijf dat zorgde voor de uitvoering van alle R.K. bouwwerken. Hij zette bij de bouw jongens van de Katholieke lagere scholen in, die door hem werden opgeleid tot timmerman en metselaar.
Tot zijn werk behoorde achtereenvolgens:
1869 kerkje te Burnside, Coronie
1870 verbouwing Rosakerk, Saramaccastraat
1880 herstel kerk Batavia
1880 jan. / febr. kerkje te Buitenrust, Commewijne
1883 kerkje te Welgeleegen, Coronie
1882-1886 Petrus en Paulus kathedraal te Paramaribo
1875 kerkcomplex te Maryshope, Coronie ; vernieuwd in 1892
1891 1e St. Alphonsuskerk , Keizerstraat .
1893 nieuw meisjesweeshuis, Gravenstraat 16
1893-1894 St. Joseph kerkcomplex te Nieuw-Nickerie
Zijn naam is ook verbonden aan Vier Kinderen en St. Bonifatius.
De timmerloods van Harmes bevond zich achter de Petrus en Pauluskerk. Bij de herbouw en herinrichting van die kerk waren naast Harmes en Borret ook mgr Schaap en pater Eijsink betrokken.
De Rosakerk
Vooruitlopend op de afschaffing
Vooruitlopend op de afschaffing van de slavernij in juli 1863, moest de Districts-Commissaris of de Agent-Generaal een bezoek brengen aan de plantages waar tot slaafgemaakten woonden. In hun verslag werd genoteerd wat de staat is van de plantages, de gezondheidstoestand van de aanwezige tot slaafgemaakten en andere nodige kanttekeningen. Ook werden de totslaafgemaakten geteld zodat de plantage-eigenaren een tegemoetkoming (een soort schade vergoeding) konden krijgen.
Ja u leest het goed, niet de slaaf zelf maar de planter kreeg de vergoeding!
Zo bracht de DC van Boven- en Beneden Suriname op o.a. 19 mei 1863 een bezoek aan plantage Victoria. Over zijn bevindingen lichtte hij de Gouverneur op 25 juni 1863 in. Uit zijn bevindingen is te lezen dat de gezondheidstoestand van de bevolking goed was en dat zij goed en gewillig waren. Over de gebouwen schreef hij dat ze veelal vervallen waren. Er waren 38 runderen aanwezig en de weilanden waren geschikt voor veeteelt.
De DC gaf ook aan dat deze houtplantage vermoedelijk verlaten zal worden in de toekomst, omdat het te ver gelegen was van de stad. Een houtconcessie zou te grote kosten met zich meebrengen.
Een deel van de plantages die de DC bezocht en de bevinden ziet u hieronder.
Voor meer informatie en onderzoek over dit onderwerp, kunt u gebruik maken van het Archief van de Gouverneur van Suriname.
Afscheid vertrek verpleegsters
Afscheid van leerling-verpleegsters
Afscheidsfoto gemaakt in ’s Lands Hospitaal (Paramaribo) in februari 1957 van de eerste door het psychiatrisch ziekenhuis Maasoord in Poortugaal geworven groep leerling-verpleegsters.
Van links naar rechts: Irene Wong, Thelma Tolud, Agnes Wong Sioe, Annelies Sriram, Irma Sjiew-A-Joen, Carla Perk, Yvonne van Ommeren, Vera Kenswil, Rea Waarde, Irene Dongen, Helen Resida, Lydia Krieger, Joanita Hanenberg, Nadia Oosterwolde en Anne-Marie Leefmans.
Collectie: I. van Driel-Sjiew-A-Joen, 11
Cheryll van Leewaarde
Elisabeth Mundi tentoonstelling
Elisabeth Mundi maakt deel uit van de Groep Surinamers die op de Koloniale Wereld Tentoonstelling
Cheryll van Leewaarde
Hendrik Brijmohan Durgaram
Hendrik Brijmohan Durgaram (1903 – 1976) aannemer en architect
Hendrik Durgaram stamde uit een rijke hindoestaanse familie. Reeds jong – ongeveer op 17-jarige leeftijd – begon hij met een eigen aannemingsbedrijf. Dankzij zijn vermogen kon hij succesvol mededingen naar diverse overheidsopdrachten. Zo verzorgde hij de bestrating van de Rust en Vredestraat, en bouwde hij de Polanenschool. Ook in Mungo en Nickerie was hij actief.
Voor zichzelf kocht hij het weiland achter het St. Vincentiusziekenhuis tot aan de Mahonylaan en begon dit langzaam aan in eigen beheer te verkavelen en te bebouwen. Omstreeks 1941 waren alle huizen aan de linkerzijde van de Prins Hendrikstraat door hem ontworpen en gebouwd. Ook een aantal gebouwen aan de rechterzijde zijn van zijn hand, bv. het woonhuis van dokter Tjong-Ayong (zie foto, Prins Hendrikstraat 14c), het gebouw van Surland, en het vroegere gebouw der AHKCO.
In 1942 bouwde hij voor zijn omvangrijk gezin (12 kinderen) het grote woonhuis, later hotel “de Ark” aan de Prins Hendrikstraat 17. Thans is de Bemiddelingsraad voor geheel Suriname in dat pand gehuisvest. In 1957 verhuisde het gezin naar Limburg, waar Hendrik enkele jaren als aannemer werkte. Hij verhuisde zelf na 2 jaar wederom terug naar Suriname, maar de meeste kinderen bleven in Nederland wonen.
In 1976 bouwde hij voor zichzelf de bioscoop te Lelydorp, een ontwerp van August Sniphout. In datzelfde jaar overleed hij ; de bioscoop is nooit afgemaakt, en is nog steeds in het bezit van de familie. Twee dochters van dhr. Durgaram hebben uit hun herinnering een zo compleet mogelijke projectenlijst samengesteld:
ca. 1932 Mahonylaan t.h.v. Prins Hendrikstraat 3 huisjes
ca. 1932 Keizerstraat hk. Watermolenstraat, links (richting Kerkplein) 2 panden
1935 Julianastraat 107
1936 Prins Hendrikstraat (rechts), huisjes L.P.I. 3 panden
1939 Prins Hendrikstraat (rechts) M.W.I.
1941 apotheek ’s Lands hospitaal
eigen woonhuis “de Ark”, Prins Hendrikstraat 17
gehele linkerkant Prins Hendrikstraat
1942 Cornelis Jongbawstraat tegenover Eco-resort 1 pand
verharding van de Pontewerfstraat
1947 Boxelweg
1948 van Sommelsdijckstraat 3 panden
ca. 1950 volkswoningen Surinamestraat
Charlesburg 3 panden
verbouwing R.K. Pastorie
verbouwing Paulusschool
verbouwing Elisabethschool
ca. 1956 Polanenschool
openbare school Kampong Baroe
bioscoop a/d Leiding
bioscoop a/d Rust en Vredestraat
ca. 1957 Geleen (Z-Limburg) 2 woningen
1973 bioscoop te Lelydorp
Wagenwegstraat, één na laatste pand (rechts) voor de Keizerstraat
erfwoningen aan de Wagenwegstraat
Hofstede Crulllaan: huis van de moeder van drs. Essed
Cheryll van Leewaarde