10 oktober 1760

10 oktober 1760

← Terug

 

10 oktober 1760 en de vrede van Auka

 

Verdeeldheid

Vanaf het moment dat er marronage bestaat in Suriname, hebben de koloniale machthebbers geprobeerd de marrons te verdelen (Scholtens, 1994). De reden hiervoor is dat de marrons het bos goed kenden en moeilijk te bestrijden waren. Hen verdelen zou betekenen dat ze verzwakt zouden zijn waardoor ze uitgeroeid konden worden. Dat was in eerste instantie het doel.

 

Historisch perspectief

In de loop van de achttiende eeuw ondernam de koloniale overheid diverse pogingen om met de marrons (Saramaccaners) vrede te sluiten, echter zonder succes. De reden waarom deze vrede mislukte was dat de koloniale overheid steeds het belang van de plantage-eigenaren voor ogen had.

 

Er werden eerst meerdere dorpen van de Saramaccaners in brand gestoken om daarna vrede aan te bieden. In eerste instantie gingen de Saramaccaners akkoord met ‘staak het vuren’ maar zij kwamen er al gauw achter dat het ontwerpvredesverdrag veelal in hun nadeel was. Hiermee gingen ze daarom dus niet akkoord (Scholtens, 1994).

 

De doorbraak kwam in 1757 bij de grootste slavenopstand uit de Surinaamse geschiedenis. Deze vond plaats bij een houtplantage aan de Tempati kreek. De slaven kregen de opdracht om naar een andere plantage te gaan waar de werkomstandigheden zwaar en onmenselijk waren. De slaven kwamen hiertegen in opstand. Na een bloedig gevecht van twaalf uur wisten de slaven te vluchten (Fatah-Black, 2018).

 

Na deze opstand vluchtten veel slaven naar de Marrons onder leiding van Labi. Deze groep vestigde zich langs de Ndyukakreek achter de plantage Auka en vormden de groep Aukaners (Okanisi). In de groep gevluchte Tempati Marrons was een geboren Jamaicaanse slaaf die Engels kon lezen en schrijven, Boston Band (Adyaka). Na de Tempati opstand werden verschillende plantages in de buurt overvallen. Vanwege het grote aantal gevluchte slaven van de Tempati opstand vormden de plunderingen een groot gevaar.

 

Verschillende militaire pogingen om deze plunderingen te stoppen, mislukten. En tijdens een van deze overvallen lieten de Marrons een in het Engels geschreven briefje achter dat als basis zou dienen voor de eerste duurzame vrede tussen de Marrons en de koloniale overheid (Scholtens, 1994). In oktober 1760 werd de eerste duurzame vrede getekend. Dus wat in eerste instantie niet lukte met Saramaccaners lukte wel met de Aukaners.

 

Waarom lukte de vrede met de Aukaners nu wel? Hiervoor zijn twee redenen te bedenken. In eerste instantie waren de autoriteiten bang dat de kolonie Suriname ten onder zou gaan door de aanvallen van de Marrons en het initiatief voor vrede kwam van de Marrons zelf.

 

Ten tweede konden de Aukaners vanwege Boston Band hun belangen beter verwoorden cq behartigen. Hij had samen met het opperhoofd Labi de leiding over de onderhandelingen. Labi en Boston waren sterke onderhandelaars. Dit blijkt uit het feit dat het oorspronkelijke concept van 14 artikelen gereduceerd is naar 9 artikelen (Scholtens, 1994).

Na de vrede met de Aukaners volgden de vrede met de Saramaccaners (september 1762) en de Matawai (april 1769) (Scholtens, 1994). De vrede met Aukaners vormde dus de basis voor de andere vredesverdragen.

 

10 oktober is daarom een bijzondere dag, niet alleen voor de Matawai maar ook voor de Ndyuka, Saamaka, Aluku en de Kwintie. Deze dag gedenken wij als herinnering aan de strijd en de offers van onze voorouders. Zij die gestreden hebben zodat wij (hun kinderen) in vrijheid mogen leven.

 

John Misidjan

 

Bronnen:
Fatah-Black, K. (2018). Eigendomsstrijd. Amsterdam: Ambo|Anthos.
Scholtens, B. (1994). Bosnegers en overheid in Suriname. Paramaribo: Afdeling Cultuurstudies/Minov.