Iding Soemita

Iding Soemita

← Terug

In 1952 ging Iding Soemita het gesprek aan over het vertrek van 38.000 Javanen vanuit Suriname naar Indonesië. Het betrof een groot deel van de populatie van Javaanse contractanten en hun nakomelingen in Suriname. Zijn plannen strandden in schoonheid.

Iding Soemita

Iding Soemita (1908 –2001) was leider van de Surinaamse politieke partij Kaum Tani Persatuan Indonesia (“Verenigde Indonesische Boeren” – KTPI) . Hij emigreerde op zeventienjarige leeftijd in 1925 naar Suriname waar hij als verpleger werkte op Mariënburg en Zoelen. Hij ontwikkelde zich tot een leider en in 1948 richtte hij de KTPI op waarvan hij voorzitter werd. Als vertegenwoordiger van de Javaanse bevolkingsgroep in Suriname nam hij diverse malen deel aan besprekingen met Nederland over Surinames autonomie.

Het waren roerige tijden na de oorlog. De in 1948 aangetreden gouverneur Willem Huender (1900-1963) zorgde voor het afblazen van het Saramacca-plan dat voorzag in de komst van 30.000 joden naar Suriname. Door de onafhankelijkheidsstrijd in Indonesië had hij niet alleen te maken met de onrust onder de lokale Javaanse gemeenschap, maar hij voorzag ook dat er een nieuwe plek gevonden moest worden voor zo’n 250.000 Indo-Europeanen. Over hun mogelijke komst naar Suriname ging Huender in gesprek met de autoriteiten in Brits-Guyana en Frans-Guyana.

In 1952 gaf Soemita te kennen dat toen de Nederlandse regering op 27 December 1940 het Nederlands onderdaan schap afschafte “het merendeel der Indoniërs in Suriname koos voor het Indonesische burgerschap en de wens koesterde naar hun vaderland terug te keren”.

Zijn bezoek aan Sukarno dat jaar bracht hem tot het inzicht dat bij terugkeer er sprake zou zijn van een zeer onduidelijke toekomst, en hij pleitte voor een gezamenlijke inspanning van de Surinaamse en Nederlandse regering om te zorgen voor voldoende kapitaal voor de repatriëring en een goede start in Indonesië. Hij bepleitte dat tot die tijd het Indonesisch burgerschap in Suriname zou moeten worden toegestaan.

Iding Soemita was niet de enige die zich bezighield met Javanen die terug wilden naar Indonesië. Salikin Hardjo (1910 –1993) –ook wel bekend onder het pseudoniem Bok Sark- was in 1947 medeoprichter van de PBIS (Pergerakan Bangsa Indonesia Suriname, Beweging van de Indonesische Bevolking in Suriname). In 1954 vertrok Hardjo met zijn gezin en nog ruim duizend Javanen in een speciaal daarvoor gecharterd schip de Langkuas naar Sumatra en stichtte daar de desa Tongar. In 1988 zou zijn ‘desa Suriname’ worden uitgeroepen tot meest ontwikkelde desa van de provincie West-Sumatra.

 

  Auteur: Nico Eigenhuis