Vooruitlopend op de afschaffing

Vooruitlopend op de afschaffing

← Terug

 

Vooruitlopend op de afschaffing van de slavernij in juli 1863, moest de Districts-Commissaris of de Agent-Generaal een bezoek brengen aan de plantages waar tot slaafgemaakten woonden. In hun verslag werd genoteerd wat de staat is van de plantages, de gezondheidstoestand van de aanwezige tot slaafgemaakten en andere nodige kanttekeningen. Ook werden de totslaafgemaakten geteld zodat de plantage-eigenaren een tegemoetkoming (een soort schade vergoeding) konden krijgen.
Ja u leest het goed, niet de slaaf zelf maar de planter kreeg de vergoeding!

 

Zo bracht de DC van Boven- en Beneden Suriname op o.a. 19 mei 1863 een bezoek aan plantage Victoria. Over zijn bevindingen lichtte hij de Gouverneur op 25 juni 1863 in. Uit zijn bevindingen is te lezen dat de gezondheidstoestand van de bevolking goed was en dat zij goed en gewillig waren. Over de gebouwen schreef hij dat ze veelal vervallen waren. Er waren 38 runderen aanwezig en de weilanden waren geschikt voor veeteelt.
De DC gaf ook aan dat deze houtplantage vermoedelijk verlaten zal worden in de toekomst, omdat het te ver gelegen was van de stad. Een houtconcessie zou te grote kosten met zich meebrengen.

 

Een deel van de plantages die de DC bezocht en de bevinden ziet u hieronder.
Voor meer informatie en onderzoek over dit onderwerp, kunt u gebruik maken van het Archief van de Gouverneur van Suriname.