Vispastei II
voor het deeg: 150 gr blom, 75 gr boter of
margarine, 1 tikje zout, 0,5 dl ijswater, 2 afgestreken theelepels
bakpoeder.
voor het vulsel: 1 kg vis, 2 hard gekookte
eieren, 1 takje soepgroente (selderie), 2 bouillon of kippeblokjes, 1 verse madam
Janet peper, 1 laurierblaadje, 0.5 ui, 1 theelepel piccallily, 2 augurken, 1
theelepel kappers, 1 scheut worcestersaus, zwarte peper, zout, 1 rauw
ei.
Bereiding deeg De boter tot room roeren en bij gedeelten heet water toevoegen tot alle water is opgenomen in de boter.
De blom met de bakpoeder zeven en erbij doen. Het deeg heel dun uitrollen op een
met blom bestoven aanrecht. Een laag deeg in een beboterd cakeblik of vuurvaste
schaal doen. Hierop de vulling en plakjes ei leggen.
Het geheel bedekken met een
dun laagje deeg en de rand netjes afwerken. In een voorverwarmde oven in plm. 45
minuten de . pastei goudgeel bakken.
Bereiding vulsel. De vis schoonmaken op de bekende manier. Smoren in 100 gr margarine met stukjes ui, soepgroente, verse peper, 1 laurierblad en 2 à 3 bouillonblokjes. Ongeveer 15 minuten smoren. De
graten en vellen verwijderen en de vis in stukjes verdelen.
De vis mengen met de
fijngesneden augurken, kappers, theelepel piccallily en scheut worcestersaus.
Het rauwe ei erdoor roeren. De massa afproeven en op smaak afmaken.
N.B. Deze vulling kan ook zonder korst in een beboterde vuurvaste schaal gedaan worden. De bovenkant bestrooien met paneermeel en klontjes boter bovenop. De pastei in een hete oven goudgeel bakken.