Sluis te Totness

 

Sluis te Totness Coronie met zeilschepen.
Ca.1930-1950

 

 

 

 

 

Lichtenberg

 

Lichtenberg

Hij staat bekend als een Nederlands bewindsman in Suriname, maar zijn familie is van oudsher verbonden aan de Duitse familie Hanau. Zijn bewind in Suriname was van 1669-1671, precies de periode dat Suriname deel uitmaakte van het “Hanauisch Indien”.

Philip Julius Lichtenberg (1637-1678) studeerde rechten in Utrecht en Leiden en werd hierna in 1666, met kapitein Maurits de Rama, aangesteld tot bevelhebber van de troepen die onder Abraham Crijnssen naar Suriname voeren en de kolonie op de Engelsen veroverden. Hij werd in 1669 door de Staten van Zeeland tot gouverneur van Suriname benoemd.

De kolonisten waren er meer Engels dan Hollands gezind en velen van hen vertrokken later met hun slaven naar Barbados en Antigua. Lichtenberg betreurde dit niet, omdat hij het merendeel als tuig bestempelde. Vanuit zijn juridische achtergrond stelde hij een “Polityeke Raedt” en een “Raedt van Justitie” in. Daarop werd de wetgeving ter hand genomen die zich kenmerkte door grote strengheid.

Paramaribo was toen reeds de zetel van het bestuur, maar soms hield de gouverneur met zijn politieke raad ook zitting in het stadje Thorarica. Dit had vast mede als reden dat Lichtenberg voor zichzelf aan de Surinamerivier suikerplantage Accaribo had gesticht (ter hoogte van het huidige White Beach).

In maart 1671 legde hij het bestuur neer. In Nederland teruggekeerd trad Lichtenberg weer in de krijgsdienst, maar hij bleef de koloniale adviseur van de Staten van Zeeland

Onderstaand het Huis Lichtenberg, een voorloper van het huidige stadhuis Utrecht

 

 

 

  Auteur: Nico Eigenhuis

Brits-Indische vrouw

 

Portret van een Brits-Indische vrouw van een contractarbeider, in traditionele kleding. Fotoafdruk in een fotoalbum van Théodore van Lelyveld over Suriname uit 1895-1898.

 

Sranan Fosten Taki

Pim de la Parra

 

 

Pim de la Parra
(Bron: Volkskrant 2014)

Regisseur Pim de la Parra werd beroemd met films als Wan Pipel, over de onmogelijke liefde tussen een creoolse man en een hindoestaanse vrouw. Lang verbleef De la Parra in Nederland, maar de afgelopen achttien jaar woont de ‘godfather van de minimal movie’ weer in zijn geliefde Paramaribo.

Surinames hoofdstad heeft een historisch centrum van houten gebouwen dat op de Unesco-Werelderfgoedlijst staat, maar ook de ruim 400 jaar oude stad ontkomt niet aan modernisering. Vele episodes uit De la Parra’s 74 jaar aan persoonlijke historie zijn zo verdwenen.

Is dat erg? ‘Helemaal niet. Het is juist een cadeautje van het bestaan dat je op plekken komt waar iets stond en nu niets meer is te zien’, meent De la Parra. Toch vindt hij het heerlijk om zo nu en dan vanuit zijn woning aan de Prins Hendrikstraat een rondje te maken langs plekken van vroeger en herinneringen op te halen.

Een vaste stop is het ouderlijk huis van De la Parra 1 aan de Costerstraat 79. ‘Hier stond ons huis. Een houten huis, heel groot, zinken dak. In 2008 heb ik het verkocht omdat het te veel onderhoud vergde. Bovendien liep de straat regelmatig onder water. Mijn dochters Bodil en Nina waren boos dat ik het huis verkocht. ‘Al onze herinneringen aan Suriname zullen er niet meer zijn’, zeiden ze. Speciaal voor hen heb ik de film Het laatste verlangen gemaakt, waarin het verhaal zich afspeelt in dat houten huis. Nu staat er niks meer’, zegt De la Parra met een grote glimlach.

Vanaf die lege plek is het slechts een klein stukje lopen naar het indrukwekkende houten gebouw van de Hendrikschool 2 . ‘Hier zat ik van mijn 12de tot mijn 14de. Het was een betamelijke school. Veel voorname Surinamers hebben er op school gezeten. De latere president Johan Ferrier was mijn leraar Nederlands. Hier hoorde ik ook voor het eerst dat kinderen niet door de ooievaar worden gebracht.’

Verderop in de straat staat de St. Petrus- en Paulus-Kathedraal, beter bekend als de Kathedraal van Paramaribo 3 : ‘Dit is de grootste van hout gemaakte kerk van Zuid-Amerika. Voor dat het een kerk werd, was dit gebouw een joodse schouwburg, De Verreezene Phoenix, opgericht door een van mijn voorouders. Van dat oorspronkelijke theater schijnt alleen nog een trap, links van de ingang, over te zijn.’

Op het Kerkplein staat een mooie hervormde kerk en een beeld van de Zuid-Amerikaanse bevrijdingsheld Simon Bolivar. ‘Maar dit plein is voor mij vooral de postbussen van Surpost 4 . Al die jaren dat ik in Nederland was, stuurde ik brieven naar mijn vader, die ze ophaalde uit postbus nummer 703. Nu krijg ik mijn post uit Nederland in postbus 703.’

‘Meestal loop ik dan ook even langs boekhandel Vaco 5 , de best gesorteerde boekhandel van Paramaribo. Vroeger heette die Varekamp. Zonder deze winkel zou ik niet gevormd zijn. Surinamers zijn helaas geen boekenlezers. Ik weet niet waarom. Maar het is wel jammer. ‘

Ook een plek die verbonden is met De la Parra’s jeugd is Theater Thalia 6 . ‘Hier heb ik vaak schooluitvoeringen gehad. Daarnaast heb ik er vele operettes en toneelstukken gezien van grootheden als Albert Helman. Jörgen Raymann treedt hier altijd op als hij naar Paramaribo komt. Dan wordt er groots uitgepakt.’

Schuin aan de overkant van de straat staat het Princess Hotel and Casino 7 : ‘Dit was vroeger Star, ’the one and only airconditioned moviepalace in the Caribbean’. Hier is Wan Pipel in première gegaan en mijn eerste lange film Obsessions. Deze bioscoop was van Statenlid Emile De la Fuente. Om de hoek had hij ook bioscoop Tower 8 , waar ik La Strada van Federico Fellini heb gezien. Toen ik die film zag, wist ik: dat wil ik ook. Kijk het gebouw staat er nog, maar het is nu een verzekeringskantoor.

‘Buitenlandse gasten neem ik graag mee naar de Palmentuin 9 . Honderden koningspalmbomen staan in deze voormalige gouverneurstuin. Veel zien er niet meer zo fris uit. Maar het blijft een heerlijke plek. Paramariboianen komen er graag rond feestelijke dagen. Als kind kwam ik er vaak met mijn ouders om te picknicken. Bijzonder is ook het beeld van het jongetje Ruben van beeldhouwer Jozef Klas, ook de maker van het bekende vrijheidsbeeld Kwakoe. Ruben kwam om het leven door verstikking in de koelkast. Het beeld is een waarschuwing aan de Surinaamse gemeenschap om beter op hun kinderen te letten.

‘Tegenover de Palmentuin staat nu een vervallen pand waar ik op mijn 17de mijn eerste zoen heb gekregen. Zij was het zusje van een goede vriend. Ik zal haar naam niet noemen. Een dierbare herinnering elke keer als ik in het naastgelegen eetcafé Zus en Zo 10 ben. Een leuke plek met een sfeervolle en grote tuin waar je lekker kunt eten en waar ook boekpresentaties, muziekoptredens en filmavonden worden georganiseerd.’

 

 

 

  Auteur: Jacob van der Burg

Gerardus Majella

 

Gerardus Majella

In Paramaribo is de voormalige leprozerie Majella vernoemd naar een katholieke heilige. Zijn naam is ook terug te vinden in die van de Surinaamse communist Otto Gerardus Majella Huiswoud.

 

Hij werd onde de naam Gerardo Maiella (1726 –1755) te Muro Lucano, nabij Napels, geboren als zoon van een kleermaker. In 1749 meldde hij zich bij de redemptoristen als lekenbroeder. Hier vervulde hij zonder tegenspraak eenvoudig werk. Hij werd bekend om het geduld waarmee hij beledigingen en pijnigingen onderging en om zijn liefdadigheidswerk.

 

Gerardus Majella had tijdens zijn leven vele visioenen. Verder staan verscheidene bovennatuurlijke verschijnselen, zoals genezingen, bilocatie (aanwezigheid op meerdere plaatsen tegelijkertijd), helderziendheid, profetieën en broodvermenigvuldigingen op zijn naam. Gerardus overleed in 1755 op 29-jarige leeftijd aan tuberculose in Caposele in Zuid-Italië.

 

Gerardus Majella is de patroonheilige van kleermakers, portiers en zwangere vrouwen. Hij werd in 1893 door paus Leo XIII zaligverklaard en in 1904 heiligverklaard door paus Pius X. Een aan hem gewijd Nederlands bedevaartsoord is het redemptoristenklooster van Wittem.

 

Na de sluiting van leprozerie Batavia werden in 1895 in Suriname drie leprozerieën geopend. Naast Groot-Chatillon en Bethesdea was er in Paramaribo de Gerardus Majellastichting die was te bereiken via de “Lepra-brug” over de Sommelsdijkse kreek.

 

Koor van de Gerardus Majella Stichting

 

 

 

  Auteur: Nico Eigenhuis

Onafhankelijkheid

 

 

Op Koninkrijksdag betogen ongeveer 1000 mensen in Paramaribo voor onafhankelijkheid. Op initiatief van de Surinaamse Socialisten Unie lopen ze in een optocht, de mars naar de vrijheid, met spandoeken door de straten, oa leraar Chin a Foeng, secretaris van de SSU, en journalist Rudi Kross.

 

[fb_vid id=”photo_id”:”10220527448111556″”][fb_vid id=”10220527448111556″]

 

Stuger en Coronie

Stuger en Coronie

 

Bij drukkerij Heyde verscheen in het jaar 1900 het werk Voorheen en Thans over Coronie’s verleden en toekomst 1808. 1900. Het werd geschreven door J.L. Stuger.
Stuger start zijn betoog over Neder-Nickerie en Opper-Nickerie (Coronie) met de ontginning in 1797 in het gebied door gouverneur Frederici en noemt de eerste posthouder en de planters uit de begintijd. Hij benoemd de eerste plantageproducten en boomsoorten in het gebied, waaronder de bolletrie en krapa.
In zijn betoog stipt hij direct aan welke ontwikkelmogelijkheden hij ziet voor de plantages en gaat in op de bedreigingen die zich manifesteerden ten aanzien van het wegwassen van de kuststrook door de zee.
In zijn betoog over Coronie wordt hij lyrisch als hij stelt dat het gebied er een is waar God alleen Maker, Bestierder, Landbouwer, Planter en Onderhouder is. Hij noemt A. Cameron als eerste planter te Burnside in 1808. Hij noemt vervolgens de Landdrosten Lauta, van der Schoor en Slengarde.
Ook benoemd hij het werk in het district door de EBG-zendelingen Jacobs en Hartmann.
De Duitse familie Stuger was een plantersfamilie in de West. We komen ze tegen als (mede-)eigenaar van plantages Klein Curaçao en Toevlugt aan de Surinamerivier, alsmede Kocqswoud aan de Perica.

Lees verder:

stuger_beschrijft coronie

 

 

 

  Auteur: Nico Eigenhuis

Zeppelin – Zorg en Hoop

Zeppelin, toen gestationeerd op het vliegveld Zorg en Hoop voor het opsporen van onderzeeboten en andere vijandelijke vaartuigen voor de Surinaamse kust tijdens de tweede wereldoorlog. Een early warning systeem ter bescherming van de bauxiet boten die Suriname aandeden.

 

Sranan Fosten Taki