Terug naar vorige paginaSchijnbaar uit het niets zou medio 18e eeuw twee Zeeuwse broers met de naam Visvliet op afstand het eigenaarschap uitoefenen van de Surinaamse plantage Houttuyn. Schijnbaar, want de familiebanden van de broers met deze plantage gaan ver terug.
De stamvader van de Zeeuwse Visvliets was de ca 1575 te Visvliet geboren Meinard Egbertsz. , die apotheker te Veere was. Nazaten in de 17e en 18e eeuw kozen veelal een medisch of een daaraan verwant beroep. Een prominent lid van de familie was Meinard Visvliet, die in 1735 in Leiden zowel promoveerde in de medicijnen als in de rechten. Hij vestigde zich als geneesheer te Middelburg, en werd in 1741 lector in de ontleedkunde en in 1750 hoogleraar aan de Illustere School in die stad. In 1753 werd hij raad en schepen te Middelburg.
De link met Suriname en Houttuyn ontstaat door het huwelijk dat Meinard Visvliet in Leiden sluit met Agneta Magdalena Bachman (1710-1737). Ze werd te Perica geboren als dochter van Jacobus Bachman en Maria Houtcooper. Haar vader was een zoon van Jan Fredrik Bachman, die met van Sommelsdijk naar Suriname afreisde en daar eigenaar werd van de plantages Soribo en Sapolini/Sapatone. Zijn dochter Philippa, een tante van Agneta Magdalena trouwde er met Nicolaas Houtcooper, een broer van Agneta Magdalena’s moeder en de eigenaar van plantage Houttuyn.
Houttuyn dateert als plantage uit de Engelse tijd, en op de plaats van de plantage werd ten tijde van Van Sommelsdijk het Fort Para gevestigd. De aanwezigheid van het fort kon niet voorkomen dat er ten tijde van Houtcooper anno 1728 sprake was van de nodige onrust en er sprake was van marronage.
Philippa Houtcooper Bachman overleed in 1746, en hierna kwam de plantage op naar van haar erven, waaronder de kinderen van het echtpaar Visvliet-Bachman, de broers Meinard van Visvliet (1735-1799) en Egbert Philip van Visvliet (1736-1799). Hierna werd de plantage beheerd door achtereenvolgens de Amsterdamse fondsen G. Titsingh en zoon en P. Poel en het Zeeuwse Superville en Schorer. Hierna komt de plantage in handen van het echtpaar Bosch Reitz-Kuvel. Frappant is dat er medio 19e eeuw in Suriname nog sprake is van manumissies onder de naam Visvliet..
Portret van Agneta Magdalena Visvliet-Bachman (1710-1737) en haar zoons Meinard van Visvliet (1735-1799) en Egbert Philip van Visvliet (1736-1799); de schilder is Philip van Dijk (1683-1753).
Auteur: Nico Eigenhuis
[ad_2]