Eduard Herman Gewand chirurg
[ad_1]
Auteur: Nico Eigenhuis
Gewand
Na het overlijden van de Surinaamse geneeskundige E.H. Gewand in Georgetown werd anno 1923 in de krant Suriname kort stilgestaan bij zijn carrière als o.a. districtsgeneesheer in Nickerie. Vergeten werd alleen te vermelden dat hij op jeugdige leeftijd gemanumitteerd was.
De naam Gewand is afgeleid van de in Suriname actieve koopman Anthonius Ungewand (1797-1853). Na diens overlijden wordt door zijn weduwe Philipina Ungewand-Del Prado ( 1803-1882) een aantal personen gemanumitteerd die de naam Gewand krijgen, waaronder moeder Adriana, die de naam Adriana Maria Gewand krijgt en haar minderjarige zoon Eduard.
Eduard werd in 1855 gemanumitteerd onder de naam Eduard Herman Gewand (ca 1853-1923). Na zijn studie aan de Geneeskundige School behaalde hij in 1883 zijn diploma als divisieheelmeester. Hierna werd hij in de gelegenheid gesteld zijn studie in Europa voort te zetten. Hij studeerde in Freiburg, Edinburgh en Glasgow en slaagde in 1895 in Engeland als chirurg.
Hiernaast specialiseerde hij zich in de tropenziekte Framboesia, waarover hij in 1889 in Freiburg ook publiceerde onder de titel Ueber Polypapilloma tropicum (Framboesia, Yaws) en zou hij in 1894 met J.J. Kirke onderzoek verrichten naar bolletriebomen bij de Corantijn.
Dr. E.H. Gewand werd in Suriname ingezet in o.a. het district Nickerie*** aan de infirmerie en was er districtsgeneesheer ten tijden van districtscommissaris Van Drimmelen. In 1892 schreef hij er een rapport over de medische situatie, die hij vergeleek met de toestand in de andere Guyana’s. In 1895 maakte hij de overslap naar Demerara waar hij tot zijn overlijden als gouvernementsarts was aangesteld.
Na zijn overlijden werd vanaf plantage Susannasdaal door zijn familie melding gemaakt van het overlijden van dr Eduard Herman Gewand G.M.O. Als zijn geboortedatum staat hierbij 1858 vermeld, maar dat kan gezien zijn manumissie in 1855 niet correct zijn.
***Uit : koloniaal verslag van 1892. [Suriname. Bijlage l.J BULAOEI. Militaire geneeskundige dienst in Suriname. Jaarverslag over 1891
Met den dienst bij de infirmerie op het Fort Nieuw-Amsterdam bleef belast de fungeerend officier van gezond-heid G. F. C. HERING en in Nickerie de fungeerend officier van gezondheid dr. E. H. GEWAND. Zooals uit de bijgevoegde staten blijkt, kwamen gedurende het jaar 1891 geeue epidemische ziekten van gevaarlijken aard, zooals pokken, cholera of gele koorts, in de kolonie voor. Uit de staten A en B (zieken behandeld op de militaire en de civiele afdeeling van het militair hospitaal te Para-maribo) blijkt dat maar slechts 8 dysenteriegevallen bij militairen onder behandeling kwamen, waarvan 1 overleden is en 12 bij civielen , waarvan 10 met doodelijken afloop, tegenover 16 en 14 respectievelijk in 1890.
Onder de militairen kwam er 1 geval van lepra voor en 2 gevallen van morbilli. Op de civiele afdeeling van het militair hospitaal zijn er 11 gevallen van lepra geobserveerd, 2 gevallen van typhus en 590 gevallen van framboesia tropica. waarvan 20 met doodelijken afloop. Van , zooals uit staten A en B blijkt, in Suriname vaak voorkomende aandoeningen , trekken bizonder de aandacht 46 gevallen van malaria bij militairen en 153 gevallen bij civielen , waarvan 8 met doodelijken afloop, verder 40 gevallen van urethritis bij militairen en 64 gevallen van syphilis bij civielen.
Op de foto mannen voor het hospitaal te Waterloo Nickerie
verslag1891
Auteur: Nico Eigenhuis
[ad_2]