Prinses Afi Jaba Grando
[ad_1]
Afi Jaba
Prinses Afi Jaba Grando van de Doma stam werd na een conflict met het Ghanese koninklijk huis als tot slaaf gemaakte naar Suriname verbannen. Van gouverneur Nepveu kreeg ze er de vrijheid en een stuk grond te Frimangron.
Afi Jaba Grando maakte deel uit de Doma-stam, ook wel bekend als de Wadomo. Die stam leeft in in de vallei van de Zambezi in Zimbabwe. De stam is bekend omdat stamleden het cleft-feet syndroom hebben, ook wel het kreeft – en/of twee – tenensyndroom genoemd. De ‘struisvogelmensen’ worden niet belemmerd door hun afwijking en kunnen met hun voeten normaal functioneren.
Toen gouverneur Nepveu hoorde van Afi Jaba’s voorname afkomst, stelde hij haar meteen in vrijheid en gaf haar een stuk grond in Frimangron. Nepveu vestigde Frimangron in 1772 en overleed zelf in 1779.
Kennelijk bereikte Afi een hoge leeftijd. In zijn boek Codjo de brandstichter maakt Pater Rikken melding van de voldoening die het “de edele Afi” zou hebben gegeven dat Codjo voor zijn terechtstelling in 1833 bekeerd was door pastoor Groofff.
In 2007 werd de Nepveustraat in de wijk Frimangron hernoemd tot Afi Jabastraat.