[rank_math_breadcrumb]


Terug naar vorige pagina

Nicolaas Gerrit Vlier

 

Vlier en de West-Indische Bank

Vlier maakte begin 19e eeuw deel uit van de vrije gekleurde elite in Paramaribo. Toen hij als jurist werd gevraagd om als Secretaris van de West-Indische Bank op te treden kon hij vast niet bevroeden hoeveel hoofdbrekens hem dit zou bezorgen

Het Nicaragua-plan van Koning Willem I zorgde voor een herbestemming van het Surinaamse Groningen. Zijn gezant Johannes van den Bosch zette het Columbia-plan voor de regio in werking, waarna de leprozerie van Voorzorg werd verplaatst naar Batavia. Op Voorzorg mochten vrije kleurlingen uit de stad zich vestigen om de regio tot bloei te brengen, maar deze plannen werden door de lokale planters geboycot, waardoor het plan niet van de grond kwam.

Onderdeel van het Nicaragua-plan was de oprichting van de West-Indische Bank, met filialen op Curaçao en in Suriname, waarbij op voorstel van Commissaris-Generaal J. van den Bosch de in 1829 opgerichte circulatiebank voor Suriname de bevoegdheid kreeg om voor 3 miljoen gulden aan bankbiljetten in omloop te brengen. Door een te ruime kredietverstrekking kwam de bank al snel in moeilijkheden. Vanaf 1831 konden de biljetten niet meer ter omwisseling aan de bank worden aangeboden en begon de koers van het bankpapier te devalueren.

In 1833 werd door de West Indische Bank van Willem I plantage nog wel Catharina Sophia opgekocht met een soortgelijk plan als eerder op Voorzorg. Het kwam echter niet van de grond en na 1843 werd deze daarna omgevormd tot een moderne modelplantage, net als eerder te Commewijne met Susannasdaal het geval was. Uiteindelijk lukte het de West-Indische bank in het geheel niet meer om haar taken naar behoren te vervullen en zij ging in 1848 over tot liquidatie.

Nicolaas Gerrit Vlier (1801-1852) behoorde zoals gezegd tot de gekleurde vrije elite. Hij had zelf ook plantages maar zou zich ontwikkelen tot abolitionist. In 1827 richtte hij de Surinaamse maatschappij van weldadigheid op en zijn dochter Maria Vlier (1828-1908) zou als eerste Surinaamse een boek schrijven over de Surinaamse geschiedenis. Voor Vlier zou zijn rol als Secretaris ook in zijn privé-leven de nodige gevolgen hebben. Ten tijde van zijn overlijden was hij een berooid man.

De skoinsi uit 1837

 

 

Fosten Tori, Geschiedenis, verleden, fosten, oorsprong, gron, roots, rutu, gron, reis

Auteur: Nico Eigenhuis
Terug naar vorige pagina