Verslag in De West op 20-09-1929
De Gouverneur had heden een twaalftal personen uitgenoodigd (ambtenaren, statenleden en persmuskieten) om met Zijne Excel lentie een fietstocht te maken door de vestigingsplaats Meerzorg.
Het was een warme karwei maar een fris briesje veraangenaamde den tocht, die overigens vol afwisseling was. Eerst werd de weg haar Jagtlust opgereden. Daarna sloeg men zijpaden in. Telkens was het: afstappen! Nu eens om een sluis te zien (Meerzorg bezit niet minder dan drie sluizen.) Dan weder om rijstvelden te bewonderen.
De oogst belooft dit jaar goed te worden. De geruchten, dat de jongste onweders kwaad zouden hebben gedaan blijken gelukkig overdreven. Verder werden pelmolens bezocht, waarvan, menen wij, de vestigingsplaats er reeds een zevental kent. Ook was er gelegenheid om de primitieve wijze van rijst dorsen gade te slaan, met drie ossen ineen tredmolen, terwijl een niet minder primitieve inrichting werd bewonderd om sap te persen uit suikerriet, door middel vaneen hefboom en stok.
De verschillende aanplantingen, niet het minst die van koffie, maken den indruk goed aan te slaan. Natuurlijk moest ook de open school worden bezocht, die een model van zuinigheid mag heten wat betreft de eenvoudige, en toch voor de tropen zeer voldoende inrichting, terwijl een geschilderde kaart der kolonie aan den wand, toonde hoe men zich kan behelpen zonder atlassen. Interessant was verder het bezoek aan het punt (vlak tegenover den zaagmolen Swijt) waar men bezig is de palen in te heien voor de brug van de nieuwe veerpont.
Hier zal, wegens de modderbank, een brug van 85 meter lengte moeten worden gebouwd. Bij den aanvang van den tocht gaf de Gouverneur, met behulp vaneen plattegrond, enige toelichtingen. Zijne Excellentie verklaarde Meerzorg als een geslaagde vestiging te beschouwen. Er zijn daar een 2500 personen gevestigd, die begonnen zijn als volmaakt bezitlozen.
Thans hebben velen hunner koeien, huizen en andere kapitaalwaarden. Zij hebben hun bestaan en men kan zelfs vaneen zekere welvaart spreken.
Zestig opwonenden zijn aangeslagen in de huurwaarde belasting, waaruit blijkt, dat zij vrij goede woningen bezitten ongeveer dertig zijn aangeslagen inde inkomstenbelasting, terwijl er waarschijnlijk nog velen aan dien aanslag ontsnappen.
Ook als arbeidsreservoir voor naburige plantages, beantwoordt Meerzorg aan de verwachtingen. Er zijn tijden, dat de naburige plantages er wel een honderd arbeidskrachten kunnen betrekken.
Natuurlijk mag men met dit resultaat nog niet tevreden zijn. De kleine landbouw in Suriname is nog jong en voor verbetering vatbaar. Hij is nu ongeveer in het stadium waarin de Java land bouw een kwart eeuw geleden verkeerde. Een meer doeltreffende wisselbouw kan de inkomsten verhogen. Inde richting van export kan ook meer gedaan worden.
Bijvoorbeeld door uitbreiding der rijstcultuur, die zich veelbelovend laat aanzien. Er zijn een 25000 koffiebomen op Meerzorg, merendeels nog jong. Ook is wellicht de suikerrietteelt onder de kleine landbouwers uit te breiden.
Zouden zij genoeg produceren voor eigen verbruik in de kolonie, dan zouden daardoor een 15000 zakken plantage suiker vrij komen voor export. Men is er dus nog niet, maar wij zijn op den goeden weg en het reeds bereikte geeft reden tot tevredenheid.
De Gouverneur bracht hulde aan hen onder wier leiding de vestigingsplaats zich aldus heeft mogen ontwikkelen, inde eerste plaats de opzichter Chundro en de district commissaris.