Jacob Marrel
Het werk dat Maria Sibylla Merian in Suriname maakte kent wereldwijd een grote waardering. Haar talent was niet alleen erfelijk, maar werd ook nog eens versterkt door haar stiefvader Jacob Marrel, die bekend stond om zijn kwalitatieve ambachtelijke werk.
Jacob Marrel (1614-1681) was de zoon van de stadssecretaris van het Duitse Frankenthal. Na het overlijden van zijn vader kwam hij op 10-jarige leeftijd in Frankfurt te wonen, waar hij in de leer ging bij de stillevenschilder Georg Flegel (1566-1638). In 1630 verhuisde Jacob naar Utrecht, waar hij mogelijk les kreeg van Jan Davidsz. de Heem en zijn eerste huwelijk kende.
Rond 1650 keerde Jacob Marrel terug naar Frankfurt, waar hij in 1651 voor een tweede maal in het huwelijk trad, namelijk met Johanna Sibylla Heim, de weduwe van kunstenaar en uitgever Matthäus Merian de Oude (1593-1650). Hij kende er als leerlingen onder andere zijn stiefdochter Maria Sibylla (1647-1717) en haar latere echtgenoot Johann Andreas Graff.
In 1664 vertrok Jacob Marrel opnieuw naar Utrecht, in gezelschap van Maria Sibylla Merian en zijn leerling Abraham Mignon (1640-1679), die net als Marrel genoemd wordt als leermeester van Maria Sibylla.. Marrel dreef in Utrecht een kunsthandel en zou vanaf 1679 zijn laatste jaren in Frankfurt doorbrengen.
Maria Sibylla Merian trouwde in 1665 in Frankfurt met Johann Andreas Graff (1637-1701), schilder, tekenaar en graveur met wie ze haar twee dochters kreeg. Ze sloot zich aan bij de Labadisten en zou vanuit Amsterdam naar Suriname afreizen, waar ze in de periode 1699-1701 in Suriname haar bekende tekeningen maken.
Een indirect eerbetoon aan Marrel is te vinden in het voorwoord dat Maria Sibylla schrijft in het Metamorphosis insectorum Surinamensium, waarin ze meldt dat zij zich in haar jeugd vooral oefende in het schilderen van kruiden, bloemen en vruchten, en dat zij altijd had geprobeerd die te versieren met afbeeldingen van beestjes die ze had gevonden.
Fosten Tori, Geschiedenis, verleden, fosten, oorsprong, gron, roots, rutu, gron, reisAuteur: Nico Eigenhuis