Expedities binnenlanden Suriname
![]() |
De Goeje was niet de enige die expedities verrichte namens de KNAG, het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap. Een aantal van de expedities is nauwkeurig gedocumenteerd.
‘Tot vermeerdering der kennis van de Aardbol’ – Dit was de doelstelling van het Aardrijkskundig Genootschap (later KNAG) bij de oprichting in 1873. Om dit doel te bereiken maakte het KNAG tussen 1873 en 1960 meer dan zestig expedities en onderzoekstochten naar landen buiten Europa (mede) mogelijk.
In Suriname was een van de expeditieleiders Alphons Franssen Herderschee (1872- 1932). Hij trekt al op jeugdige leeftijd naar Nederlands-Indië om daar bij het KNIL te dienen. Aan het begin van de twintigste eeuw treedt hij uit de actieve oorlogsdienst en wordt ingedeeld bij de Topografische Dienst in Batavia. Al snel vertrekt hij als expeditieleider naar Suriname.
In 1903 is de Gonini-expeditie de derde wetenschappelijke tocht op rij die het binnenland van Suriname in kaart moet brengen. De tocht is een succes. Ook voor de vierde expeditie, naar de Tapanahonirivier, wordt hij als leider benoemd.
Auteur: Nico Eigenhuis
Na de dood van zijn vader reisde François met Johan van Scharphuizen opnieuw naar Suriname om de erfenis van zijn vader af te handelen. In 1689, bij een aanval van Jean Baptiste du Casse op fort Zeelandia, verloor François enige vingers, toen hij eigenhandig het kanon laadde.
Om de plantages te revitaliseren, besluit Cameron ze om te zetten op suiker, en de verwerking met moderne stoommachines te doen. In 1829 is al 64 hectare met suikerriet beplant, en is er een stoommachine geïnstalleerd. Pas in 1860 vindt de feitelijke fusie plaats, en in een later stadium wordt het areaal uitgebreid met nog zeven plantages.
Van de ooit prominente Rotterdamse aanwezigheid in Suriname zijn de sporen inmiddels uitgewist. Dat vraagt om een kleine reconstructie.