Zwitsers in Suriname
Zwitsers in Suriname
Vorige pagina |
In 1742 werd Mauricius benoemd tot gouverneur van Suriname. Zijn negenjarig bestuur kenmerkte zich door veel oppositie van een deel van de machtige plantersgroep, de zogenaamde cabale. Mauricius was voorstander van immigratie door blanken naar Suriname. Onder zijn bewind werden meerdere groepen Paltsers en Zwitsers naar Suriname gelokt.
Een eerste groep Paltsers en Bazelers kwam in 1747-1748. Zij bleken echter niet, zoals gedacht, boeren te zijn, maar mijnwerkers. De kolonisatiepoging mislukte jammerlijk: na enkele jaren waren van 87 mensen nog slechts 11 in leven. Een laatste groep Paltser boeren kwam in 1755 aan. Men vestigde ze aan het Oranjepad. D
e bedoeling was dat zij zouden dienen als verdedigingslinie tegen de marrons. Zij werden echter door herhaaldelijke aanvallen overweldigd, waardoor ook deze poging mislukte. Eind 18e eeuw kwam er nog een Zwitser naar Suriname, kolonel Fourgeoud, die met zijn troepen de strijd aanging tegen de geduchte Boni’s.
Trefossa en zijn Zwitserse model
In 1971 kwam de Surinaamse dichter Henny de Ziel, bekend als Trefossa, wegens zijn slechte gezondheid in herstellingsoord ‘Zonneduin’ te Bloemendaal terecht, dat onder leiding stond van Hulda Walser, een Zwitserse, die in 1974 zijn echtgenote zou worden.
Trefossa was behalve van Hulda ook zeer gecharmeerd van haar land van herkomst, Zwitserland. Het land is een meertalige federale staat die een geschiedenis van neutraliteit kent met een gezond klimaat en prachtige natuur.
Hij projecteerde de manier waarop aldaar vanuit de verschillende taalgroepen en culturen vreedzaam met elkaar wordt samengeleefd als toekomstmodel voor zijn eigen land van herkomst, Suriname.
Auteur: Nico Eigenhuis