Voorhoeve, Jan
Voorhoeve
Vorige pagina |
Toen Hugo Pos zich in 1997 kritisch uitte over het werk van Jan Voorhoeve noemde hij nu net alle punten in zijn werk die waardering oproepen. Alleen de titel van zijn stuk laat weinig te raden over: Naïef nationalisme.
Jan Voorhoeve (1923-1983) is op Java geboren en kwam in 1932 naar Nederland waar hij in 1946 zijn gymnasium-diploma haalde. In 1950 bracht hij zijn eerste bezoek aan Suriname, waar hij als linguïst assisteerde bij een taalonderzoek.
Terug in Nederland regelde hij het uitkomen van het Suriname-nummer van De Tsjerne in 1953. Een paar jaar later maakte Voorhoeve kennis met Henny de Ziel, met wie hij levenslang bevriend zou blijven.
Door het Nederlandse Bijbel Genootschap werd hij in 1956 voor vier jaar naar Suriname uitgezonden om een nieuwe bijbelvertaling in het Surinaams, het Sranantongo, te maken. Hij heeft zich beijverd voor de opwaardering van het Sranan teneinde het zelfbewustzijn van de Surinamer te verhogen. Hij raakte hierdoor betrokken bij Eddy Bruma’s Wie Eegie Sanie (WES).
In 1957 zorgde Voorhoeve ervoor dat de gedichten van De Ziel in het Sranantongo onder zijn pseudoniem Trefossa werden uitgebracht, met als titel Trotji (Voorzang/Aanhef). In 1968 werd Voorhoeve benoemd tot hoogleraar Afrikaanse taalkunde en met Afrikaanse talen.
In 1975 verschijnt Creole Drum, een anthologie van de creoolse literatuur in Suriname, verzorgd door Voorhoeve en Ursy Lichtveld, door Vernie A. February (een Zuid-Afrikaans balling) in het Engels vertaald.
Volgens dezelfde kritische Hugo Pos is dit het mooiste en meest blijvende geschenk dat Suriname bij het verkrijgen van de onafhankelijkheid in ontvangst heeft mogen nemen.