Suikerplantage Rama
Suikerplantage Rama
 |  Vorige pagina |
Suikerplantage Rama aan de Surinamerivier heette tot 1671 Param Hill, naar Willoughby –Lord of Parham-. “Het land van Rama” is de naam van een driedelige televisieserie die een beeld geeft van een veranderende leefwereld van Surinaamse Hindoestanen in Nederland. De Rama in de plantagenaam is een andere dan die in de serie. Rama -ook wel Ram- is hiernaast de hoofdpersoon uit het hindoeïstische epos Ramayana.
De betekenis van de plantagenaam Rama is wat mysterieus ; Rama was in de Thora en het oude testament een dwangburcht, gebouwd door de koning van Israel om het volk van Juda te beheersen; maar de opzet mislukte. De koning van Israel werd verslagen, en Rama steen voor steen afgebroken. (OT 2 kronieken 16)
De driedelige televisieserie uit 2001 van Ramdjan Abdoelrahman geeft een beeld van de veranderende leefwereld van Surinaamse Hindoestanen in Nederland. Milan Rambharos keert in 1975, na een ernstig conflict met zijn broer, zijn vaderland de rug toe om in Nederland als achttienjarige jongen medicijnen te studeren.
Vijfentwintig jaar later heeft hij een goede baan, is getrouwd met Shila en heeft twee puberende kinderen: dochter Shanta en zoon Vijav. Er ontstaan spanningen in het gezin Rambharos als de arts problemen heeft op zijn werk en er thuis onenigheid ontstaat over de opvoeding. Als Milan op een dag bericht krijgt dat zijn vader op sterven ligt reist het gezin noodgedwongen af naar het zo lang verdrongen Suriname.
Er wacht hen niet alleen een enorm cultuurverschil tussen de families, maar ook onderlinge verscheurdheid. In de eerste aflevering krijgt Rambharos een brief uit Suriname waarin staat dat zijn vader ziek is. Mede hierdoor komen zijn herinneringen aan de vechtpartij met zijn broer weer boven en raakt hij ook op zijn werk en met zijn gezin in conflict. Rambharos besluit openheid van zaken te geven en met zijn gezin naar Suriname te gaan.
Rama, ook wel Ram, is de hoofdpersoon uit het hindoeïstische epos Ramayana. Veel hindoes beschouwen hem als de zevende van de negen belangrijkste avatars (reïncarnaties) van de god Vishnu. Rama is in de Ramayana de oudste zoon van de koning van Ayodhya, voorbestemd voor de troon.
Zijn stiefmoeder, die haar eigen zoon liever koning ziet worden, weet hem echter voor 15 jaar uit Ayodhya te verbannen. Rama brengt zijn ballingschap samen met zijn vrouw Sita door, maar zij wordt ontvoerd door Ravana, de koning der demonen. Met behulp van de apenkoning Hanuman en zijn broer Lakshmana weet Rama de demonenkoning te verslaan. Nadat Sita door een aantal proeven haar onschuld heeft bewezen keren de overwinnaars terug naar Ayodhya, waar Rama tot vorst gekroond wordt.
Bij de werving van hindustaanse contractanten werd de naam Suriname zodanig verbasterd dat het klonk alsof ze naar het land van hun ideale koning gingen; “Shri Ram”, Het land van Rama.
Auteur: Nico Eigenhuis 