Sleeswijk en Groot Chatillon
Sleeswijk en Groot Chatillon
Dr Lampe kwam in 1929 in conflict met Sleeswijk, die namens De Telegraaf rapporteerde over de leprozerie Groot Chatillon in Suriname. Sleeswijk begreep hier niets van, omdat hij zich mede door Lampe had laten informeren.
Sleeswijk rapporteerde kritisch over de situatie op leprozerie Groot-Chatillon die hij had bezocht met de afgetreden inspecteur J. de Ruyter en waar hij was ontvangen door Zr. Moeliker. Hij liet zich er vertellen dat er wegens het ontbreken van bedden patiënten op de grond moesten slapen .
Sleeswijk citeerde dat het Departement van Openbare werken had aangegeven dat er geen geld was om een barak op Groot Chatillon te herstellen waarvan de vloer het had begeven. Ook sprak hij zijn zorg uit over de staat van de voorzieningen zoals de winkel en de bewoonbaarheid van de kamers.
Sleeswijk constateerde dat er ter plekke het nodige werd gedaan aan het welzijn van de patiënten en het creëren van een nuttige tijdsbesteding. Desalniettemin kwam hij tot de conclusie dat het land gebaat zou zijn bij particuliere inrichtingen in plaats van het open houden van de leprozerie Groot Chatillon.
Wat vast niet hielp bij de beeldvorming rond Sleeswijk’s artikel was dat er tekeningen bij geplaatst waren van Louis Raemaekers, die met zijn aangrijpende prenten tijdens de eerste wereldoorlog door de Duitsers een prijs op zijn hoofd gezet kreeg van 12.000 Mark. Raemakers ontwikkelde zich in de VS in 1917 tot ‘the worlds most valuable cartoonist’ en werd ontvangen door president Woodrow Wilson en voormalig president Theodore Roosevelt.
Een werk van Louis Raemakers
Auteur: Nico Eigenhuis