Rustwijk, George
George Rustwijk
Vorige pagina |
De moeder van George Rustwijk, Christina (1836-1865), was een slavin. Kennelijk wilde de vader(s) van haar vier kinderen zich niet bekend maken. In de boeken staat als zodanig Innocent Bystander(s), kennelijk een pseudoniem van Guilty Bastard(s). George zou uitgroeien tot een cultureel fenomeen.
George Gerhardus Theodorus Rustwijk (1862-1914) was getrouwd met Paulina Helena Francina Munsel. Samen kregen ze 10 kinderen. Rustwijk was tekenleraar, kunstenaar, decorontwerper, fotograaf, dichter en politiek activist. ‘Ons Rustje’ werd hij liefkozend genoemd.
Rustwijk was van 1893 tot 1897 verbonden aan de Avondschool voor Handwerks-lieden van Richard O’Ferrall, die destijds ook zeer actief was in het culturele leven van Paramaribo. In Suriname genoot Rustwijk bekendheid om zijn kinderoperettes, zijn gedichten, zijn panorama’s en decorontwerpen.
Zo ontwierp hij ook de kostuums en decors voor de opera Het pand der goden van Johannes Nicolaas Helstone die voor dit werk letterlijk op handen werd gedragen. Rustwijk was verder actief als voorzitter van de muziekvereniging Philotechnie, directeur van de toneelvereniging Sociable Dramatic Club en vanaf 1900 van Polyhymnia.
Rustwijk vertrok in 1907 naar Frans-Guyana, daarna woonde hij ook een tijdje in Demerara (Brits-Guyana). Zijn schilderij ‘The Kaietur Falls’ werd bekroond als boekomslag. In 1910 maakte hij zijn werk de Halley Komeet.
Toen de landbouw in Suriname door de instortende wereldmarkten voor de producten werd geplaagd, en ook door ziekten -zoals de krullotenziekte bij de cacao-, verzorgde Rustwijk een lezing, waarvan hij de tekst, aangevuld met verzen en nog enkele tekstjes, onder de naam Luci in 1911 deed verschijnen.
Postuum zouden Rustwijks teksten worden gebundeld in Matrozenrozen, dat in 1915 voor het eerst verscheen bij H. van Ommeren te Paramaribo.
Auteur: Nico Eigenhuis