Rood-Zwart verbond

Rood-Zwart verbond

← Terug

Het verbond

In januari 1686 rapporteerde gouverneur Van Aerssen van Sommelsdijk dat een vrede met de Surinaamse Indianen aanstaande was, en de oorzaak van de moeilijkheden met hen lag in de zich tussen hen bevindende weggelopen negerslaven. Het was een iets te eenvoudige voorstelling van zaken.

In 1685 zou Van Aerssen’s secretaris Adriaan de Graaff reeds melden dat de langgewenste vrede aanstaande was en in 1686 zou Van Aerssen hoogstpersoonlijk in het huwelijk treden met een Inheemse prinses om ter plekke de strijdbijl te begraven. In 1687 reisde zijn zoon François aansluitend in staatsopdracht met een kleine groep inheemsen naar Nederland om de vrede ook officieel te bekrachtigen.

Desondanks zou Van Aerssen ook na 1686 toch nog verwoed strijd leveren met de inheemsen vanuit het door hem in 1685 aangelegde Fort Sommelsdijck. Deze strijd voerde hij tot zijn gewelddadige dood in 1688. Van Aerssen ‘vergat’ namelijk in zijn berichtgevingen naar Amsterdam te melden dat hij in Suriname te maken had met nieuwe tegenstand in de vorm van een “ Rood-Zwart verbond”.

Het verbond was ontstaan nadat een van Suriname’s eerste Marron-leiders, genaamd Ganimet, tot een samenwerking was gekomen met de inheemse leider Kaikusi en hun verbond hierna gezamenlijk zou optrekken tegen de kolonisator. De groep van Ganimet pleegde hiertoe samen met de inheemsen van Kaikusi overvallen op de plantages te Commewijne. Ze zouden opereren vanuit een eigen fort, en op hun naam staat onder andere een opstand die plaats vond in 1674.

Ganimet was naar verluidt eerder als slaafgemaakte eigendom van plantage-eigenaar Balten Perduijn –later tevens eigenaar van plantage Jaglust-. Perduijn -die naast planter ook burgemeester en lid van de krijgsraad was- mishandelde hem en sneed hem eens als straf een oor af. Hij ontvluchtte om die reden Perduijn’s plantage Waiampibo te Commewijne. Bij een van de overvallen van Ganimet wilde hij wraak nemen op Perduijn. Hierbij doodde hij een aantal van diens manschappen, maar Perduijn zelf bleef gespaard.

Fort Sommelsdijk in 1884

  Auteur: Nico Eigenhuis