Faya siton – kaw ai -feit en fabel
Faya siton – kaw ai
Mucuna sloanei – Horse-eye Bean
Kawai , Kaw ai – koeien oog.
Een van de eigenschappen van deze pitten is, dat als je ze op kleding of een stukje stof snel heen en weer wrijft, erg heet worden. Ze houden deze warmte vrij lang vast en worden dan ook gebruikt bij het doorgeef spelletje. Wie de pit laat vallen is af.
Ook worden de pitten gebruikt bij sieraden, zoals bijvoorbeeld enkelbanden.
Oso dresi: De pitten van de kaw ai worden tot poeder gebrand en helpt tegen zuurte bij jonge kinderen. Ook gebruikt als medicijn tegen opgezwollen klieren.
Ze komen voor in een groot deel van Afrika en Zuid-Amerika, op eilanden in de Grote Oceaan en langs sommige kuststreken in Azië.
De zaden worden dan ook regelmatig gevonden op stranden, zijn zeer decoratief en worden gebruikt voor sieraden. De plant is een grote klimmer tot 6 meter groot met gele bloemen die in de natuur bestoven worden door vleermuizen.
De 15 cm grote peulen bevatten enkele zaden, zijn geribbeld en hebben fluweelzachte haren.
De plant en de pitten waren zeer belangrijk voor de slaven. Ze hebben de kennis dan ook verstopt in een kinderliedje, met een ernstige ondertoon, zodat niet alleen het liedje nooit vergeten zou worden (en daarmee het belang van deze pitten) Maar ook als waarschuwing voor de kinderen dat ze uit de buurt van de slavenmeesters moesten blijven.
Er wordt ook wel beweerd dat de wrede slavenmeesters de half verbrande pittten in onschuldige kinderhanden stopten als straf, maar dat is naar onze mening een fabeltje. Ook dat de faya siton zou verwijzen naar brandijzers is ons inziens niet waar.
Wie als kind met deze pitten gespeeld heeft en de eigenschappen kent, weet waarom deze pitten “hete steen”worden genoemd.
Anda Suriname Wiki