Eerste historische foto’s

Eerste historische foto’s

← Terug

 

Theodoor van Lelyveld

De eerste historische foto’s van Suriname zijn te danken aan mensen als Muller en Curiel. Van Lelyveld past ook in dit rijtje. Na zijn huwelijk met een Van Emden kwam hij in Suriname onder de gouverneurs Asch van Wijk en Tonckens te werken.

Théodôre Bernard (Theodoor) van Lelyveld 1867–1954) werd op Java geboren, waar zijn uit Leiden afkomstige vader werkte als administrateur op een suikerplantage. Na zijn opleiding in Nederland werd hij gelegerd in Den Haag. Hij ontmoette er de in Paramaribo geboren Dina Amelia (Dolly) van Emden (1871-1955) en zij trouwden in 1892. In 1894 werd hij adjudant van de gouverneur van Suriname, jhr. Titus van Asch van Wijck, en later van diens opvolger Warmolt Tonckens. In 1897 werd hij daarnaast lid van het militair gerechtshof in Suriname.

Van Lelyveld maakte tijdens zijn tijd in Suriname studies van de inheemse bevolking en flora en legde zijn belevenissen en indrukken vast in aquarellen, foto’s en dagboeken. Zijn fotoalbum Souvenirs de voyage, met ruim 130 foto’s, bevindt zich in de collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam. Studies in waterverf die hij maakte van orchideeën schonk van Lelyveld aan het Rijksherbarium in Leiden, hij kreeg hiervoor de zilveren medaille voor Wetenschap en Kunst toegekend.

In 1904-1905 schreef hij in De Gids over de omstandigheden van vluchtelingen uit de deportatiekolonie in Frans-Guyana, die hij had ontmoet in Suriname; eenmaal in Suriname aangekomen werden de vluchtelingen opgepakt en teruggestuurd naar Frans-Guyana. Zijn artikelen leidden tot een politieke discussie in Frankrijk en een Tweede Kamerdebat in Nederland.

Na de beëindiging van de militaire carrière, maakte Van Lelyveld de overstap naar de kunst. Hij was ook bestuurslid van de Haagse afdeling van de Vereniging Nederland-Frankrijk en werd door de Franse regering benoemd tot ridder in het Legioen van Eer en officier de l’Instruction Publique.

Op de foto “Gammelang” is een groep Javaanse contractanten te zien.

 

  Auteur: Nico Eigenhuis