Matawai en Moravische Broeders

Matawai en Moravische Broeders

← Terug

 

De Matawai en de Moravische Broeders

 

Nadat in de 1769 vrede was gesloten met de marrongroep de Matawai die door Beku en Musinga was gevormd ontstond er een bijzondere band met de Moravische Broeders (EBG). Die laat zich historisch verklaren.

 

De aanvankelijke scepsis van het gouvernement in Suriname ten aanzien van het zendingswerk van de Moravische Broeders sloeg om toen gouverneur Crommelin het idee omarmde om ze in te zetten als postman, vooruitgeschoven posten die ter plekke de ‘bevreedigde marrons’ in de gaten konden houden. Hier tegenover stond dat er vanuit de marrongroep prominente gijzelaars -pantiman of ostagiers- naar Paramaribo werden gebracht die onder toezicht stonden van de zendelingen, en van hen ook scholing kregen.

 

Een van de ostagiers die naar de stad kwam was begin 19e eeuw Jan Abeni. Hij was als ’bevreedigde marron’ een vrij man en gaf in de stad zijn naam aan een gemanumitteerde die als naam ‘Lika van Ostagier Abeni’ kreeg. Ook kwam hij in het bezit van een eigen houtplantage te Saramacca genaamd Abine’s Rust. Na zijn overlijden op 75 jarige leeftijd in het jaar 1821 zou deze plantage in handen komen van Ostagier Quassie (Kwasi) Matewarie. Ter plekke was een directeur aangesteld, H. Leunings, en er is een administrateur genaamd A. van Auka.

 

In 1861 werd de Matawai Johannes King (1830 –1898) gedoopt tot lidmaat van de EBG. Hij werd als lid van de EBG een fel bestrijder van de Gaan Tata-cultus onder de bosnegers, en kwam om die reden in conflict met zijn oudere halfbroer Noah Adrai, Granman (Grootopperhoofd) der Matawai. Na het overlijden van zijn broerd werd Johannes King tot Granman geïnstalleerd, maar hij zag spoedig in dat het ambt niet met zijn werk als evangelist te combineren was en gaf de gouverneur de opdracht terug.

 

Van zijn reizen, zijn zendingswerkzaamheden en het conflict met Adrai deed Johannes King uitvoerig schriftelijk verslag, altijd in het ‘Neger-Engelsch’ (het Sranan, niet in de taal van de Matawai). In het Skrekiboekoe (Boek der verschrikkingen) verhaalt King van zijn visioenen en dromen, maar ook over de geschiedenis van de bosnegers en zijn eigen familie. Ook schreef hij Torie vo Maripaston; het werd door H.F. de Ziel (Trefossa) uitgegeven als Life at Maripaston (1973).

 

  Auteur: Nico Eigenhuis