Bram Rutgers

Bram Rutgers

← Terug

Bram Rutgers

       Vorige pagina

In Suriname had gouverneur Rutgers het als gevolg van de economische crisis bepaald niet makkelijk. Bijna 10 jaar nadat hij de kolonie had verlaten kreeg zijn gouverneurschap nog een onaangenaam vervolg; hij werd vastgezet in Buchenwald als vergelding voor het opsluiten van nazi’s en hun sympathisanten in de Oost en de West.

Afbeelding kan het volgende bevatten: 1 persoon, close-upAbraham Arnold Lodewijk (Bram) Rutgers (1884 –1966) was een Nederlands bestuurder en politicus. Rutgers was lid van de Anti-Revolutionaire Partij en de Gereformeerde Kerken in Nederland. Hij was getrouwd met Rosine Idenburg en van 1923 tot 1928 directeur van Landbouw, Nijverheid en Handel van Nederlands-Indië.

Van 1928 tot 1933 was hij gouverneur van Suriname. Tijdens zijn gouverneurschap waren er in Suriname verschillende protestacties tegen het Nederlandse bewind. In 1931 werd er naar aanleiding van de hoge werkloosheid een grote demonstratie georganiseerd door vakbondsleider Louis Doedel.

In 1933 was er een crisis door de komst naar de kolonie van Anton de Kom. In beide gevallen werd de onrust middels geweld en met een aantal slachtoffers de kop in gedrukt. In het geval van de Kom eindigde dit met zijn heenzending uit Suriname.

In Suriname werd de bemanning van het Duitse schip de ´Goslar´ in 1940 geïnterneerd. Dit vaartuig was al in de mobilisatietijd binnengelopen Vóór hun internering liet de bemanning het schip, onder grote publieke belangstelling, niet ver van de ´platte brug´, de pontverbinding met Meerzorg, zinken.

Het wrak is nog altijd te zien bij de haven van Paramaribo. Het Duitse Rijk reageerde op de gevangenneming van Duitsers in Suriname en Indonesië door in juni, september en oktober 1940 een groot aantal vooraanstaande Nederlanders gevangen te zetten.

De door de nazi’s opgepakte mensen werden de Indische gijzelaars genoemd. De meeste van ze kwamen uiteindelijk in kamp Sint-Michielsgestel terecht. Ook de voormalig gouverneur van Suriname dr. A. Rutgers werd gevangen gezet, namelijk van eind januari 1941 tot december 1942 in Buchenwald.

Na de oorlog werd In 1956 Rutgers benoemd tot vicepresident van de Raad van State, een functie die hij tot zijn pensionering in 1959 zou vervullen.

  Auteur: Nico Eigenhuis