Couderc Etienne
Couderc
Etienne Couderc behoorde tot de lichting Franse Hugenoten die in de 18e eeuw een kapitaal verdiende aan de plantages in Suriname. Na zijn huwelijk met de eerste dochter van Charlotte van der Lith werd hij mede-eigenaar van de plantages Berg en Dal en Breukelerwaard.
Etienne Couderc was een zoon van Zacharias Couderc en Marie Pichot. Hij was in Suriname werkzaam als Raad van de Politie en de Criminele Justitie. In 1745 trouwde hij met Johanna Baldina Temmings (1726-1774), de dochter van Charlotte van der Lith waarmee hij kwam te wonen aan de Gravenstraat 26.
Couderc werd na zijn huwelijk in Suriname eigenaar van de koffieplantages Mon Desir aan de Cottica en Bergerac te Commewijne. In 1766 trad hij er op als getuige bij het huwelijk van Gideon de Graaff junior en Maria Chardavoine. Noot; Over Gideon de Graaff staat elders in de Fosten-groep een bericht.
De vrouw en oudste zoon van Couderc, Henri Zachary, zouden zich wegens diens studie in het Nederlandse Leiden vestigen. In 1768 werd daar een van hun huisbedienden met de naam Susanna van Cormantin gedoopt. De Coudercs moeten financieel het nodige te lijden hebben gehad door de beurskrach van 1772. Enkele jaren hierna kwam Etienne in Paramaribo te overlijden, en kort hierna zijn vrouw die inmiddels in Amsterdam woonachtig was..
Henry Zachery (1748-1826) trouwde in 1774 met Maria Anna Louisa Thomas (1756-1831) met wie hij in Haarlem kwam te wonen en meerdere kinderen kreeg. Ook zijn broer Etienne Couderc junior(1764-1807) kwam in Haarlem te wonen waar hij lid was van de Haarlemse schutterij pro aris et focis. Hierna werd hij marine-officier en kwam hij op zee te overlijden.
Auteur: Nico Eigenhuis