Curiel
Curiel
In de 17e eeuw was de uit Venetië afkomstige Sefardische Jood Curiel in Amsterdam actief als agent voor de koning van Portugal. Hij was hiermee een tijdgenoot van Belmonte die een soortgelijke rol had voor de koning van Spanje.
Moses Curiel (1620-1697) alias Jeromino Nunes da Costa is geboren in Florence als oudste zoon van koopman Jacob Curiel. Door zijn vader werd hij naar het Duitse Heidelberg gestuurd om te worden opgeleid aan Universiteit van Heidelberg.
Na zijn opleiding was hij van 1645 tot aan zijn dood agent van de Portugese Kroon in Amsterdam. In 1654 trouwde hij er met Ribca de Selomo Abas, met wie hij meerdere kinderen kreeg. Hij was in die tijd verantwoordelijk voor de Hebreeuwse beurs in Amsterdam.
De familie Curiel wordt gezien als één van de rijkste en belangrijkste families in de Sefardische Diaspora in Noordwest-Europa. Moses Curiel was een een goede vriend van Willem van Oranje en ontving hem meermaals. Hij woonde het grootste deel van zijn leven aan de Nieuwe Herengracht (huis nr. 45) en leverde een belangrijke bijdrage aan de Portugese Synagoge in Amsterdam.
De familie Da Costa respectievelijk Curiel is in de 17e eeuw ook in West-Indië terecht gekomen. In Suriname is de naam vooral ook bekend door de fotograferende zusters Curiel, die begin 20ste eeuw de belangrijkste gebeurtenissen in het land vastlegden.
In 1984 verscheen het boek Een Amsterdamse Joodse Koopman van de Gouden Eeuw: Jeronimo Nunes Da Costa (1620-1697), agent van Portugal in de Nederlandse Republiek.