Matoaka Pocahontas
Pocahontas
Haar echte naam was Matoaka, maar ze werd bekend als Pocahontas een bijnaam uit haar kindertijd, die in haar taal “speels, dartelend, ondeugend meisje” betekende. Pocahontas zorgde door haar huwelijk met John Rolfe voor vrede tussen de indianen en de kolonisten in de latere VS. Na haar dood vond in 1622 het Indian Massacre plaats te Jamesstown. Ruim 60 jaar later trad in Suriname gouverneur van Sommelsdijck in het huwelijk met een inheemse om de strijd aldaar te beëindigen.
In 1610 werd Thomas Gates genoemd tot gouverneur van Jamestown. Onder zijn bevel werd een aantal indianen van de Powhatanstam in een hinderlaag gelokt en vermoord, wat resulteerde in de Eerste Anglo-Powataanse oorlog. Deze oorlog eindigde toen Pocahontas trouwde met John Rolfe en probeerde een brug te slaan tussen haar volk en de Britten.
In 1612, werd Pocahontas gegijzeld in de hoop dat ze haar konden ruilen voor kolonisten die gevangengenomen waren door haar stam. In die tijd leerde ze Engels en werd ze gedoopt door Alexander Whitaker en nam toen de Bijbelse naam Rebecca aan. Ze trouwde na haar doop op 5 april 1614 met John Rolfe, een van de drijvende krachten achter de tabaksplantage in Virginia. Sindsdien is ze bekend als Rebecca Rolfe.
Hun huwelijk zorgde een aantal jaren voor een vrediger klimaat tussen de kolonisten en de stam van Pocahontas. In 1616 werd Pocahontas naar Engeland gebracht om daar koning James I en zijn hof te ontmoeten. Daar werd ze de “Indiaanse Prinses” genoemd en ze werd een fenomeen in Engeland. Rolfe en Pocahontas maakten toen plannen om terug te keren naar Virginia, maar vlak voor de reis werd Pocahontas ziek en stierf.
In 1618, na de dood van Pocahontas, werd Opechancanough stamhoofd van de Powhatan. Hij geloofde niet dat de vrede met de kolonisten te handhaven was. Het Jamestownbloedbad van 1622 (Indian Massacre of 1622) of het Indiaanse bloedbad was de eerste van een reeks verrassingsaanvallen van de indianen op de kolonisten, en betekende het einde van de geweldloze samenleving tussen de twee groepen.
347 mensen kwamen bij de aanval om het leven; een kwart van de toenmalige bevolking van Jamestown. De aanvallen werden geleid door opperhoofd Opchanacanough. In 1644 volgde een tweede bloedig treffen tussen de indianen en de kolonisten, waarbij 500 kolonisten gedood werden. Hierbij kwam ook Opechancanough om het leven.
Ruim 60 jaar later trad in Suriname gouverneur Van Sommelsdijck in het huwelijk met een inheemse om de strijd met de inheemsen aldaar te beëindigen. Hij kreeg met zijn ‘Surinaamse Pocahontas” meerdere kinderen. Zij stond op goede voet met de weduwe van der Lith, en is vermeld in het boek Zenobia van Cynthia McLeod.
Auteur: Nico Eigenhuis