Santa Barbara
Santa Barbara
De verlaten suikerplantage Santa Barbara is gelegen aan de Surinamerivier. De plantage kent een uitgebreid waterstelsel, waardoor het overeenkomsten kent met het tegenovergelegen Waterland.
De eerste eigenaar van Santa Barbara was Jan Doncker, die van 1673 tot 1679 gouverneur van Curaçao was, alwaar ook een suikerplantage Santa Barbara te vinden was. Doncker was de man die op Curaçao de teelt van limoen introduceerde en was de schoonzoon van Matthias Beck die daar van 1656 tot 1668 gouverneur was.
In 1721 komt de plantage in handen van Daniel en Jan Varlet uit Amsterdam. Hun familie kwam eind 16 eeuw van Keulen naar Amsterdam waar ze een woning kochten die eerder in het bezit was van Kiliaen van Rensselaer, een van de eerste bewindvoerders van de WIC.
Eind 18e eeuw komt de plantage in handen van Daniel Gerard van der Burgh (1755-1824), een zoon van Anne Alette Varlet. Van der Burgh was Heer van Kronenburg en Loenen en lid van de provinciale staten van Utrecht. Het kwam hierna in handen van de Utrechtse familie van der Upwich, en de archieven kwamen in handen van de familie Coenen van ’s Gravensloot. Bekende familienamen van plantage Santa Barbara ten tijde van de emancipatie in 1863 zijn Blijd, Krolis, Liesdek en Uiterloo .
Na de emancipatie ging Santa Barbara over op contractarbeid en werd er cacao en bananen geproduceerd. Op deze plantage werd in die tijd ook Aji Ramlali Jhagroe tewerkgesteld die werd geportretteerd door filmer Ramdjan Abdoelrahman in zijn documentaire The last Kantraki.
De krullotenziekte in de cacao betekende het nodige voor de productie van de plantage, waardoor de plantage uiteindelijk buiten gebruik werd gesteld.
Auteur: Nico Eigenhuis