Walter Raleigh
Walter Raleigh
Door zijn boek The Discovery of Guiana over zijn zoektocht naar El Dorado in 1595 ontketende hij een goudkoorts richting de Wilde kust. In Suriname zijn de Raleigh vallen naar hem vernoemd.
Walter Raleigh (1554–1618) werd geboren in Hayes Barton, in Devon. Na diverse militaire avonturen in onder meer Frankrijk en Ierland kwam Raleigh aan het hof, waar hij zich opwerkte tot een van de lievelingen van koningin Elizabeth I.
Een bekend project van Raleigh was de poging tot het koloniseren van Virginia, genoemd naar “The Virgin Queen” Elizabeth I . Na het mislukken van zijn acties in Virginia, kreeg Raleigh belangstelling voor Guyana.
Hij hoorde van het legendarische goudland El Dorado en haar hoofdstad Manoa. In 1595 vertrok Raleigh om El Dorado te gaan zoeken. Raleigh veroverde een Spaanse nederzetting op Trinidad, en voer de Orinoco en diens zijrivier de Caroní op. Hij kreeg informatie over het verdere binnenland van de lokale bevolking.
Na zijn terugkeer in Engeland zond hij nog twee expedities naar de Guyana’s, onder Lawrence Keymis en Leonard Berry in 1596.
Na de dood van Elizabeth viel Raleigh bij haar opvolger Jacobus I in ongenade. De oorlog tussen Spanje en Engeland werd na Elizabeths dood gestaakt, en de Engelsen stelden een verdrag met de Spanjaarden op, wat betrekking had tot de executie van Raleigh, die vele jaren Spaanse schepen had overvallen.
Hij werd wegens hoogverraad ter dood veroordeeld, en in de Tower of London gevangengezet. Tijdens zijn gevangenschap schreef hij het boek A History of the World. In 1616 werd hij vrijgelaten door Jacobus I, die in geldnood zat.
Hij diende een volgende expeditie naar Guyana te ondernemen, met de intentie een goudmijn te vinden, maar mocht zich niet, zoals hij op de eerste expeditie had gedaan, met piraterij bezighouden. Lawrence Keymis leidde de expeditie de Orinoco op, en viel de Spaanse stad San Thome aan, hoewel zulks in tegenspraak met de voorwaarden van de koning was.
Tijdens deze aanval sneuvelde Raleighs zoon Wat. De Spanjaarden waren niet te spreken over Raleighs acties, en eisten dat het eerdere doodvonnis tegen Raleigh alsnog voltrokken zou worden. Jacobus stemde hiermee in 1618 kostten zijn acties Raleigh de kop.
Auteur: Nico Eigenhuis