Surinamers werkzaam in het nachtclub-leven
De etnisch-culturele positie van Surinamers werkzaam in het nachtclub-leven tijdens het Nederlandse Interbellum (1918-1940)
Suze Kruisheer
Masterscriptie
Global History and International Relations
Erasmus Universiteit Rotterdam
Het bronmateriaal dat gebruikt wordt bestaat uit politieverslagen van de politie van Amsterdam uit de jaren ’30 van de twintigste eeuw, kranten- en tijdschriftartikelen en foto’s uit dezelfde periode, brieven van Surinamers geschreven aan de politie en interviews met hen gedurende en na de eerste helft van de twintigste eeuw (uitgevoerd en gepubliceerd of gefilmd door anderen).
Het achterhalen van de invloed van zichtbaarheid op de etnisch- culturele positie van de Surinaamse jazzmusici en andere Surinamers werkzaam in de horeca gebeurt aan de hand van mijn eigen analyse van dit bronmateriaal. Mijn positie in de tijd ten opzichte van het bronmateriaal is hierbij problematisch: het is immers ruim 75 jaar geleden dat dit materiaal geproduceerd werd en velen van degenen die het produceerden of die worden genoemd in het materiaal zijn inmiddels overleden.
SCRIPTIE-SUZE-KRUISHEEREen wit kind zegt tegen een zwart kind: “Had jij je nu ook maar met Dobbelmann’s Karnemelkzeep gewasschen? Bron:
het Koninklijk Instituut voor de Tropen, collectienummer 1766