Stuiversvereniging

Stuiversvereniging

← Terug

Op internet kwam ik bij oude foto’s van Suriname bijgaand plaatje tegen. Het opschrift luidde: Negerinnetje voor stuiverskerkhof. De foto was afkomstig uit het het fotoalbum van de Familie Dooyer (1906-1913).

In 1994 kwam de foto in het bezit van het Rijksmuseum. Lange tijd bleef de ondertiteling hetzelfde, maar enkele jaren geleden werd de tekst op de foto weggelaten en de titel veranderd in: Surinaams meisje bij het Stuiverskerkhof. En in de omschrijving kwam te staan: Zwart meisje staande bij de toegang naar het Stuiverskerkhof, waarschijnlijk te Paramaribo.

Een zoektocht met de term Stuiverskerkhof leverde niets nieuws op. Via armenzorg kwam ik terecht bij de Stuiversvereniging van Paramaribo, gesticht in 1897. De oprichtster was mevrouw Annette Bos-Visser.

Doel van de vereniging was door middel van een spaarverzekering hulp te verlenen aan overleden leden en hen een fatsoenlijke begrafenis te geven. De naam was waarschijnlijk afgeleid van de Halve Stuiversverenigingen, die al in Nederland bestonden. De officiële titel van de vereniging was Stuiversvereniging van het liefdewerk van de Hervormde Gemeente.

Het was een actieve vereniging. Al in het eerste jaar werden per advertentie offertes gevraagd voor de levering van eigen doodskisten.

En enkele jaren later bleek de vereniging al over een eigen kerkhof te beschikken, want toen werden offertes gevraagd voor grond- en delfwerken op de eigen begraafplaats.
De eerste jaren van de vereniging werden uitgebreid gememoreerd in een uitvoerig krantenartikel bij het tienjarig bestaan in 1907, waaruit hier een paar passages.

“Bij de oprichting werd voor elke stadswijk een Hoofd benoemd en 80 dames, die zich daartoe bereid verklaard hadden, aangewezen als wijkzusters om te zorgen voor het innen der contributiën en de noodige hulp in sterfhuizen te verleenen. In den loop der jaren werd het getal 80 teruggebracht op ruim 60, welk getal voldoende blijkt in weerwil van de vermeerdering van het ledental. Deze wijkzusters werken onder de goede leiding van Mevrouw Bos met toewijding en eensgezindheid in het belang van leden der gemeente en is het te hopen, dat dit zoo mag blijven in de toekomst.

Bij de oprichting werden er ook wijkbroeders benoemd. Binnen het jaar werd dit college opgeheven, omdat om op de hulp dezer broeders, de goeden niet te nagesproken, niet vast te rekenen viel. Moet echter worden vermeld, dat broeder Wijnschenk altijd trouw op zijn post was en voor de gemeente heeft gearbeid zoolang het dag voor hem was.

3 October 1899 was voor de Stuiversvereeniging ook een hoogst gewichtige dag; Toen immers was de Vereniging in staat haar eigen begraafplaats in te wijden, Lina’s Rust, gelegen aan de Wanicastraat.

Een groote menigte van belangstellenden woonde deze plechtigheid bij, want het bezit van een eigen dodenakker, was een vurige begeerte van zeer velen. Genoemd naar Jacqueline de Vries, de eerste, die daar ter ruste gelegd is en aangelegd naar het plan van onzen vriend en Ouderling del Prado en Ds. Begeman, is Lina’s Rust langzamerhand geworden tot een schonen tuin, waar onze geliefde dooden vredig rusten in de schaduw der plechtigruisende altijd groenende boomen”.

En in “Historische begraafplaatsen van Paramaribo”, geschreven door Jannes H. Mulder, lezen we:
“Oud Lina’s Rust aan de Wanicastraat met Nieuw Lina’s Rust er tegenover, ligt waar volgens kaart uit 1881 de militaire begraafplaats Kettijs Rust lag…..

De Stuiversvereniging kreeg in 1899 Lina’s Rust en vervolgens circa 1940 Nieuw Lina’s Rust en in 1966 Anetta’s Hof in beheer.
Duidelijk moet dus zijn dat Annetta’s Hof later naar deze sociaal bewogen vrouw genoemd is, hoewel zij niet zelf als eerste daar begraven is. Haar laatste rustplaats is de Oranjetuin. De drie begraafplaatsen van de Hervormde Stuivers Vereniging, inclusief Oud Lina’s Rust functioneren daarentegen nog”.

In 2017 bleek de vereniging nog springlevend en vierde haar 120 jarig bestaan.

En in 2018 meldde Radio 10:
“In verband met het 121-jarig bestaan van de Stuiversvereniging in Suriname zijn vrijdag een aantal leden gedecoreerd door vicepresident Ashwin Adhin. Het is de eerste keer dat leden van de vereniging deze eer te beurt is gevallen. Door de jaren heen is de organisatie uitgegroeid in wat nu opereert als een moderne uitvaartonderneming. De gedecoreerde leden zijn allen lijkendragers en lijkenwassers. Volgens de vicepresident geven ze uiting aan een “ roeping.”

 

  Auteur: Jacob van der Burg