Spillenaar is in Suriname

Spillenaar is in Suriname

← Terug

Spillenaar

De naam Spillenaar is in Suriname verbonden aan vele manumissies die daar in de 19e eeuw plaatsvonden. De geschiedenis van deze familie in Suriname brengt ons terug naar de 18e eeuw.

Vanuit de Nederlandse suikerstad Dordrecht zou de in 1741 geboren heer van Geresteyn, Carel Philip Spillenaar in Suriname trouwen met met Maria van Heemkerk, weduwe van Jan Daniël Westphalen. Hij werd door dit huwelijk eigenaar van onder andere de koffie en katoenplantage "Klein Westphalenshoop” aan het Matapicakanaal.

Carel Philip bracht uit Suriname naar Nederland de huisbediende en ‘morin’ Fransie Spilute mee, die in 1772 te Ophemert een “onechte” dochter kreeg, Helena Fransie Spilute, die later zou trouwen met Arie Kley uit Ophemert.

Een andere lid van de familie, Pieter Willem Spillenaar (1745-1812) zou in Suriname eigenaar worden van suikerplantage "Descanso” aan de Surinamerivier. Hiernaast was hij lid van de Raad van het Hof van Politie en Criminele Justitie in Paramaribo, diaken en ouderling der hervormde kerk aldaar. Rond 1790 trouwde hij met Helena Jacoba Francina Bliek (1769-1831). Hun kinderen zouden in Suriname actief zijn in de schutterij en in de hervormde kerk.

Een van hun zoons, Christiaan Salomo Spillenaar, was in Paramaribo werkzaam als assistent ten burele van de Procureur Generaal, belast met de registratie van slaven. Tevens zien we hem als 1e luitenant schutterij vermeld in de periode 1829-1838, en fungeert hij als ouderling van de hervormde gemeente.

C.S. Spillenaar staat vermeld bij tientallen manumissies in Suriname. Hij fungeerde als straatvoogd voor slaven die geen eigenaar meer hadden, bijvoorbeeld omdat ze deel uitmaakten van de “boedel” van overleden eigenaren. Ze stonden nadien bekend als ‘piki nyan’, mensen die moesten hosselen voor hun inkomen. De straatvoogden konden van inkomsten die ze verwierven hun manumissie financieren.

De naam Christiaan Salomo Spillenaar komen we in 1866 ook tegen als zijn eigen boedel in Suriname wordt afgewikkeld. De slavernij is inmiddels voorbij, en Spillenaar zelf is kennelijk dat jaar komen te overlijden.

Onderstaand manumissieportret is van de hand van Ken Doorson

  Auteur: Nico Eigenhuis