Pater Morssink

De evangelisatie werd in Suriname door de katholieken langs etnische lijnen ingezet. Pater Morssink kwam na het omhelzen van het Afaka-schrift in een stammenstrijd terecht, waaraan hij wellicht zelf ook debet was.

De in Den Helder geboren pater Franciscus Petrus Morssink (1876-1945) kwam in 1906 naar Suriname. Hij maakte er bij zijn evangelisatiewerk onder de Surinaamse marrons gebruik van het in 1908 door de “Ndyuka” Marron Afaka Atumisie na een droom ontwikkeld schrift. Het bestaat uit 56 syllabe-tekens die het mogelijk maken alle Ndyuka-woorden te schrijven.

In de verschijning van de komeet van Halley anno 1910 zag Afaka het teken dat hij de kennis van het schrift moest verbreiden. Hij had destijds contacten met katholieke missionarissen die rond die tijd pogingen deden de 'heidense' Ndyuka tot het katholicisme te bekeren.

Afaka en de katholieke missie hadden aanvankelijk veel succes met de zending. Omstreeks 1920 waren er volgens Pater Morssink meer dan honderd mannen, vrouwen en kinderen aan de Tapanahoni die het schrift beheersten en ook gebruikten.

Wat nog ontbrak voor het verdere missiewerk was de toestemming van Granman Amakti. Die toestemming kwam er niet, waarbij het te raden valt of deze daadwerkelijk het werk van Afaka afwees of dat hij niet gelukkig was met het werk van de missie.

De Lisieux-school te Moengo

Auteur: Nico Eigenhuis