Mathura – vrijheidsstrijder
Mathura
In 1884 was er niet alleen op Zorg en Hoop sprake van een opstand -met als leiders Ramjanee en Tetary-, ook op Zoelen was dit het geval. De leider op Zoelen was Mathura die als vrijheidsstrijder werd aangemerkt.
Tussen 1873 en 1916 kwamen ongeveer 35.000 Hindoestanen uit Brits-Indië naar Suriname.
De contractanten lieten een armoedig bestaan in India achter zich, maar kregen het in eerste instantie in Suriname niet veel beter. Zij werden zeer slecht betaald, zodat ze ook wel ‘cent-slaven’ werden genoemd. Aan de klachten van de arbeiders werd niet tegemoetgekomen.
Een van de eerste opstanden van Hindoestaanse contractarbeiders tegen het plaatselijke gezag vond plaats in 1879 op de plantages Alliance en De Resolutie. Dit was dus vijf jaar voor de incidenten op Zorg en Hoop en Zoelen.
Zoelen was in de 18e eeuw gesticht als koffieplantage door Pieck en Nobel. Pieck was de heer van Soelen en gehuwd met de dochter van Francois van Sommelsdijck. Nobel had ook de plantages Rust en Werk, Lust tot Rust en Einde Rust in zijn bezit.
Nadat Zoelen in de 19e eeuw in het bezit was gekomen van de familie Bosch-Reitz werd het in 1882 ingebracht in de Landbouwmaatschappij Commewijne. In september 1884 was er verzet tegen een aantal gezagsfunctionarissen op de plantages Zorg en Hoop en Zoelen.
Op Zoelen eisten de arbeiders onder aanvoering van Mathura hogere lonen en de directeur kon de kwestie niet regelen. Nadat de directeur was aangevallen werd de orde met geweld hersteld door het leger. De rellen zouden in 1891 een vervolg krijgen. Bij de incidenten dat jaar werden schoten afgevuurd, waarbij vier mannen werden gedood.
Volgens John Findlay, waarnemend directeur van Zoelen, liepen de gevechten uit de hand doordat de politiemannen hun geweerkolven gebruikten om de arbeiders terug te drijven. Findlay was bij zijn beoordeling van de gang van zaken misschien niet helemaal onpartijdig, hij zou later in het huwelijk treden met een gecontracteerde Brits-Indische.
Auteur: Nico Eigenhuis