Indigo
Indigo
Vorige pagina |
Op diverse plantages in Suriname werd het natuurlijke blauwsel Indigo geteeld. De naam van een wijk in Paramaribo, nu vooral bekend vanwege de aanwezige Javaanse eethuisjes, verwijst zelfs naar de aanwezigheid van de indigo plantage de Twee kinderen: Blauwgrond.
De Indigo-heester werd vanaf de oudheid geteeld vanwege de blauwe kleurstof. Indigo werd gezien als een gift van de goden, als een wonderkleurstof.
Natuurlijke indigo wordt vooral gewonnen uit plantensoorten van het geslacht Indigofera die in de tropen voorkomen.
Indigo kreeg als kleur zijn officiële naam door Isaac Newton (1643-1727) toen hij het optische spectrum opdeelde in zeven kleuren: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet.
In Suriname werd de teelt vanaf 1708 beoefend, maar slechts incidenteel. De Twee Kinderen, Zorg en Hoop, La Bonne Heure en Hanover waren bekende indigo plantages. Hanover kende zelfs een Indigo-fabriek resp. Blauwselfabriek.
Het gebruik van de indigostruik werd in de negentiende eeuw afgebouwd, toen William Perkin in 1856 de kleurstof kon synthetiseren.
Indigo werd behalve in de West ook in de Oost geteeld en door de Javanen verwerkt in een eigen kunstvorm bij het kleuren van textiel, de batikkunst. Het lijkt daarom geen toeval dat ze in Suriname hun warungs vestigden op Blauwgrond.