Hospitaalkwestie
De hospitaalkwestie van Ommeren
Vorige pagina |
Al in de kneuterige Jaren vijftig kende Suriname de nodige affaires en politieke kwesties. De hospitaalkwestie koste het kabinet de Miranda de kop.
De Hospitaalkwestie was een conflict in Suriname in 1950, waarbij Lou Lichtveld, de landsminister van Onderwijs en Volksgezondheid (later bekend als schrijver onder het pseudoniem Albert Helman), Henk van Ommeren ontsloeg als medicus bij ’s Lands Hospitaal vanwege een meningsverschil over het beleid van het ziekenhuis en al dan niet vermeende onregelmatigheden.
Van Ommeren zou er bij de directeur van het ziekenhuis op hebben aangedrongen dat zijn buitenvrouw binnen het ziekenhuis een leidinggevende functie als verpleegkundige kreeg, wat door de directeur was geweigerd. Een ambtelijke commissie stelde een onderzoek in en gaf Lichtveld gelijk.
Hendrik Carel (Henk) van Ommeren (1896 –1996) was een Surinaams medicus en politicus. In 1926 nam hij deel aan de wetenschappelijke expeditie naar het Wilhelminagebergte onder leiding van Stahel. In 1927 trouwde Van Ommeren, die zelf tot de creoolse bevolkingsgroep behoorde, met Juliëtte Henriëtte Nassy (1899-1999) die een joodse achtergrond had.
In 1938 vertrok het gezin naar Nederland waar hij zich specialiseerde in de gynaecologie en röntgenologie. Door de opkomst van het nationaalsocialisme ging zijn vrouw en de twee kinderen nog voor de Duitse inval in Nederland terug naar Suriname.
Zelf bleef hij tijdens de bezetting in Nederland. Hierna was hij nog lang actief als vrouwenarts. In 1974 verleende de Universiteit van Suriname hem op 77-jarige leeftijd een eredoctoraat in de medische wetenschappen en daarna is hij ook enige tijd van die universiteit de waarnemend president curator geweest. In 1996 overleed hij.
Toen de regeringsraad (kabinet) onder leiding van De Miranda in januari 1951 viel over de Hospitaalkwestie volgden op 14 maart 1951 vervroegde verkiezingen.
Auteur: Nico Eigenhuis