Pim de la Parra
Pim de la Parra
(Bron: Volkskrant 2014)
Regisseur Pim de la Parra werd beroemd met films als Wan Pipel, over de onmogelijke liefde tussen een creoolse man en een hindoestaanse vrouw. Lang verbleef De la Parra in Nederland, maar de afgelopen achttien jaar woont de ‘godfather van de minimal movie’ weer in zijn geliefde Paramaribo.
Surinames hoofdstad heeft een historisch centrum van houten gebouwen dat op de Unesco-Werelderfgoedlijst staat, maar ook de ruim 400 jaar oude stad ontkomt niet aan modernisering. Vele episodes uit De la Parra’s 74 jaar aan persoonlijke historie zijn zo verdwenen.
Is dat erg? ‘Helemaal niet. Het is juist een cadeautje van het bestaan dat je op plekken komt waar iets stond en nu niets meer is te zien’, meent De la Parra. Toch vindt hij het heerlijk om zo nu en dan vanuit zijn woning aan de Prins Hendrikstraat een rondje te maken langs plekken van vroeger en herinneringen op te halen.
Een vaste stop is het ouderlijk huis van De la Parra 1 aan de Costerstraat 79. ‘Hier stond ons huis. Een houten huis, heel groot, zinken dak. In 2008 heb ik het verkocht omdat het te veel onderhoud vergde. Bovendien liep de straat regelmatig onder water. Mijn dochters Bodil en Nina waren boos dat ik het huis verkocht. ‘Al onze herinneringen aan Suriname zullen er niet meer zijn’, zeiden ze. Speciaal voor hen heb ik de film Het laatste verlangen gemaakt, waarin het verhaal zich afspeelt in dat houten huis. Nu staat er niks meer’, zegt De la Parra met een grote glimlach.
Vanaf die lege plek is het slechts een klein stukje lopen naar het indrukwekkende houten gebouw van de Hendrikschool 2 . ‘Hier zat ik van mijn 12de tot mijn 14de. Het was een betamelijke school. Veel voorname Surinamers hebben er op school gezeten. De latere president Johan Ferrier was mijn leraar Nederlands. Hier hoorde ik ook voor het eerst dat kinderen niet door de ooievaar worden gebracht.’
Verderop in de straat staat de St. Petrus- en Paulus-Kathedraal, beter bekend als de Kathedraal van Paramaribo 3 : ‘Dit is de grootste van hout gemaakte kerk van Zuid-Amerika. Voor dat het een kerk werd, was dit gebouw een joodse schouwburg, De Verreezene Phoenix, opgericht door een van mijn voorouders. Van dat oorspronkelijke theater schijnt alleen nog een trap, links van de ingang, over te zijn.’
Op het Kerkplein staat een mooie hervormde kerk en een beeld van de Zuid-Amerikaanse bevrijdingsheld Simon Bolivar. ‘Maar dit plein is voor mij vooral de postbussen van Surpost 4 . Al die jaren dat ik in Nederland was, stuurde ik brieven naar mijn vader, die ze ophaalde uit postbus nummer 703. Nu krijg ik mijn post uit Nederland in postbus 703.’
‘Meestal loop ik dan ook even langs boekhandel Vaco 5 , de best gesorteerde boekhandel van Paramaribo. Vroeger heette die Varekamp. Zonder deze winkel zou ik niet gevormd zijn. Surinamers zijn helaas geen boekenlezers. Ik weet niet waarom. Maar het is wel jammer. ‘
Ook een plek die verbonden is met De la Parra’s jeugd is Theater Thalia 6 . ‘Hier heb ik vaak schooluitvoeringen gehad. Daarnaast heb ik er vele operettes en toneelstukken gezien van grootheden als Albert Helman. Jörgen Raymann treedt hier altijd op als hij naar Paramaribo komt. Dan wordt er groots uitgepakt.’
Schuin aan de overkant van de straat staat het Princess Hotel and Casino 7 : ‘Dit was vroeger Star, ’the one and only airconditioned moviepalace in the Caribbean’. Hier is Wan Pipel in première gegaan en mijn eerste lange film Obsessions. Deze bioscoop was van Statenlid Emile De la Fuente. Om de hoek had hij ook bioscoop Tower 8 , waar ik La Strada van Federico Fellini heb gezien. Toen ik die film zag, wist ik: dat wil ik ook. Kijk het gebouw staat er nog, maar het is nu een verzekeringskantoor.
‘Buitenlandse gasten neem ik graag mee naar de Palmentuin 9 . Honderden koningspalmbomen staan in deze voormalige gouverneurstuin. Veel zien er niet meer zo fris uit. Maar het blijft een heerlijke plek. Paramariboianen komen er graag rond feestelijke dagen. Als kind kwam ik er vaak met mijn ouders om te picknicken. Bijzonder is ook het beeld van het jongetje Ruben van beeldhouwer Jozef Klas, ook de maker van het bekende vrijheidsbeeld Kwakoe. Ruben kwam om het leven door verstikking in de koelkast. Het beeld is een waarschuwing aan de Surinaamse gemeenschap om beter op hun kinderen te letten.
‘Tegenover de Palmentuin staat nu een vervallen pand waar ik op mijn 17de mijn eerste zoen heb gekregen. Zij was het zusje van een goede vriend. Ik zal haar naam niet noemen. Een dierbare herinnering elke keer als ik in het naastgelegen eetcafé Zus en Zo 10 ben. Een leuke plek met een sfeervolle en grote tuin waar je lekker kunt eten en waar ook boekpresentaties, muziekoptredens en filmavonden worden georganiseerd.’
Auteur: Jacob van der Burg