Drie gebroeders
[ad_1]
Auteur: Nico EigenhuisDrie gebroeders
Nadat de Sefardische joden zich in Suriname vestigden kregen plantages er namen als Hebron en Worsteling Jacobs. Een van de in gebruik genomen plantages werd voorzien van de naam Drie gebroeders, en is te vinden tegenover Groot-Chatillon.
De inquisitie zorgde ervoor dat in Amsterdam tussen 1610 en 1618 drie Sefardische gemeenten werden opgericht. Vanaf 1622 werkten de drie gemeenten samen en in 1639 werden ze samengevoegd tot de gemeente die later de Portugees-Israëlitische Gemeente werd genoemd.
Portugees bleef binnen de gemeente de voertaal. Spaans was de taal voor cultuur en wetenschap. Hebreeuwse gebedenboeken vervingen op den duur de Spaanse vertalingen. Als je kijkt naar de herkomst van deze groep Sefarden die zich ook in Suriname vestigden kende die drie landen van herkomst; Portugal -zoals De la Parra-, Italië –zoals Nassy- en Spanje –zoals d’Avilar, een naam verwijst naar de Spaanse stad Avila.
In Suriname maakte in 1675 Isaac d’Avilar zich hard tegen de invoering van de zondagsrust op de plantages. Het zou er in 1691 toch van komen. Isaac was eigenaar van plantage Ayo, schuin tegenover Jodensavanne. De familie d’Avilar was ook eigenaar van de plantages Restaurada, Karmelk en tevens de Drie gebroeders.
De eigenaar van plantage Drie gebroeders, Samuel d’Avilar overleed in 1769. De plantage zou later o.a. in handen komen van de families De la Parra en Van Emden.
De herkomst van de naam van de plantage Drie gebroeders is niet geheel duidelijk. Het kan verwijzen naar de samenstelling van de familie d’Avilar, maar zou ook een verwijzing kunnen zijn naar de drie ‘bloedgroepen’ die de joodse gemeenschap in Suriname vorm gaven.
Auteur: Nico Eigenhuis
[ad_2]