Gebouw aan de Grote Hofstraat in Paramaribo anno 2019
Wiki sranan
Zwarte slaven in Nederland
Al in het Nederland van de 17e en 18e eeuw was de aanwezigheid van zwarte of gekleurde mensen in het straatbeeld, zeker in Amsterdam niet geen grote zeldzaamheid. Men denkt vaak dat dit altijd vrije mensen waren, op grond van het feit dat Nederland officieel in het moederland geen slavernij kende. Toch is dit niet waar, zoals uit onderstaand stuk blijkt.
Wanneer een land vroeger elders een kolonie stichtte, gold als regel dat de wetten van het moederland ook in die kolonie van kracht werden. In de praktijk bleek dit lang niet altijd het geval.
Toen Nederland in 1667 in bezit kwam van de kolonie Suriname, was daar al een uitgebreid systeem van slavernij, hoofdzakelijk in de vorm van plantagearbeiders. Een kleiner aantal was werkzaam als huisslaven, in het algemeen een mildere vorm van slavernij. Slavernij, overigens, was iets waar de Nederlanders, op grond van kolonies elders, al vertrouwd mee waren. Bovendien hadden Nederlanders al een zekere faam als slavenhandelaars.
Wanneer eigenaren met slaven als huisbedienden naar Nederland reisden, waren deze daar dus in principe vrije mensen.Toch werden ze in de praktijk nog vaak als eigendom behandeld. Men leest ook wel dat het recht op vrijheid binnen de Nederlandse landsgrenzen alleen werd ingewilligd als een slaaf daar actief om vroeg. Hoeveel betrokkenen zich dat recht realiseerden is twijfelachtig. Hoe dan ook, lang is gedacht dat er geen slavernij was in de Nederlanden, omdat dit bij de wet niet bestond.
Uit het Amsterdams Stadsarchief blijkt dat dit een misvatting is. Er waren, zeker vanaf 1776 wel degelijk zwarte en gekleurde slaven in de Nederlanden.
Hoe dit mogelijk was, is ook terug te vinden in dat archief.
Hieruit blijkt dat in mei 1776 een wet aangenomen werd die speciaal gericht was op slaven die naar Nederland gereisd waren in gezelschap van de slavenhouder. Bepaald werd dat ze tot zes maanden na aankomst nog gevangen bleven in slavernij, tenzij de slavenhouder ze de vrijheid schonk. Wanneer eigenaren aannemelijk konden maken dat de noodzaak bestond dat de termijn verlengd moest worden, kon de rechter besluiten deze periode nog eens met zes maanden te verlengen. Deze situatie deed zich voor wanneer de eigenaren van plan waren binnen die tweede periode met hun slaaf terug te keren naar de kolonie.
Waren ze na deze tweede periode van zes maanden nog in Nederland waren dan moesten ze onherroepelijk hun vrijheid krijgen.
Deze regel gold overigens niet voor slaven die uit Suriname gevlucht waren en als verstekeling hier waren gearriveerd. Zij werden altijd teruggestuurd.
Of deze wet op enig moment actief is ingetrokken, of pas bij de afschaffing van de slavernij zijn kracht verloor, is niet bekend.
Auteur: Jacob van der Burg
Verborgen verleden Jetty Mathurin
[fb_vid id=”photo_id”:”557700574272553″”][fb_vid id=”557700574272553″]
Auteur: Nico Eigenhuis
Aloysius Ferdinandus Zichem C.ss.R.
[embedyt] https://www.youtube.com/watch?v=S_dt5ijhqBo[/embedyt]
Aloysius Ferdinandus Zichem C.ss.R. (Paramaribo, 28 februari 1933 – aldaar, 13 november 2016) was een Surinaams geestelijke en bisschop van de Rooms-Katholieke Kerk.
Zichem trad op 8 september 1955 in bij de congregatie van de Allerheiligste Verlosser (Redemptoristen), waar hij op 14 augustus 1960 tot priester gewijd. Op 2 oktober 1969 volgde zijn benoeming tot hulpbisschop van Paramaribo; hij werd tevens benoemd tot titulair bisschop van Fuerteventura. Zijn bisschopswijding vond plaats op 8 februari 1970 door Stephanus Kuijpers, toenmalig bisschop van het bisdom Paramaribo. Als wapenspreuk koos Zichem Amore traxit omnia (Uit liefde heeft hij alles tot zich getrokken), een citaat uit de hymne Vexilla Christus van de Lauden van Christus Koning.
Op 30 augustus 1971, pas 38 jaar oud, volgde de benoeming van Zichem als opvolger van bisschop Kuijpers, die met emeritaat ging. Zijn installatie vond plaats op 24 oktober 1971.
Op 1 januari 2003 werd Zichem getroffen door een beroerte. Als gevolg hiervan was hij gedwongen zijn ontslag aan te bieden, dat op 9 augustus 2003 werd verleend. Hij werd opgevolgd door Wilhelmus de Bekker, die geboren is en gestudeerd heeft in Nederland.
Zichem was de eerste geboren Surinamer die aan het hoofd van de RK Kerk in Suriname heeft gestaan; zijn voorgangers en ook zijn directe opvolger waren allen Nederlandse missionarissen. In de Kathedrale Basiliek Sint-Petrus-en-Pauluskathedraal (Paramaribo) werd er op 19 november 2016 een Avondwake/Vespersviering gehouden i.v.m. zijn overlijden. Op 20 november 2016 werd hij begraven.
Fragment uit In Memoriam Bisschop R.E.C. Doth
In 1902 werd de eerste Surinamer, R.E.C.Doth, als predikant geordend, de eerste Surinaamse bisschop in 1963.
[embedyt] https://www.youtube.com/watch?v=Qq_JomOj3TQ[/embedyt]
R.E.C. Doth e.a., Kondre sa jere (het land zal het horen) – 200 jaar zending onder de bosnegers van Suriname. Zeist, z.j.
Subh Divali
Tijdens Diwali worden door het huis en op erven lichtjes aangestoken. De symbolische betekenis is de overwinning van het goede over het kwade, het licht over de duisternis en gelukzaligheid over onwetendheid.
In november vieren Hindoes over de hele wereld het lichtjesfeest Divali. Dit is één van de belangrijkste feesten binnen het Hindoeïsme en wordt gevierd om het licht te verwelkomen in het leven.
Diwali wordt ook wel het lichtjesfeest genoemd en wordt sinds de oudheid gevierd. Het is van de belangrijkste feesten in het Hindoeïsme en andere namen zijn Deepavali, Divali of Deevali.
Diwali gaat gepaard met het nuttigen van zoetig eten en vuurwerk. Het is een vrolijk feest en wordt vaak gevierd in gezinsverband. De bijbehorende ceremonies zijn er om voor geluk in het huis te zorgen. Het is een feest voor iedereen; jong en oud, man en vrouw, arm en rijk.
Het wordt gevierd om het licht te verwelkomen in het leven wat wordt geassocieerd met succes en hoop.
Het valt elkaar jaar op een andere dag, omdat de datum wordt bepaald met de hindoekalender, maar wordt altijd in de maanden oktober of november gevierd.
Er wordt gebruik gemaakt van de maankalender om te bepalen wanneer Divali gevierd wordt. Dat is dus niet elk jaar op dezelfde dag, maar wel elk jaar in oktober of november, in de donkere tijd. Wanneer de nieuwe maan opkomt, wordt Divali gevierd.
Men bidt voor het goede, waarbij er wensen voor het nieuwe jaar worden geuit. Dit gebeurt allemaal in huiselijke sfeer, met het gezin. Tegen een uur of zes, wanneer de schemering begint te vallen, worden de lichtjes aangestoken.
De huizen zijn donker en kleine aardewerken schaaltjes met watten en ghee erin worden aangestoken. Deze kleine kaarsjes worden diya’s genoemd en zijn door heel het huis en op het erf verspreid. Hiermee halen de mensen het licht in huis en verdrijven ze het donker.
Divali wordt eigenlijk in 5 dagen gevierd. Het unieke van Divali is het harmonieuze van de 5 filosofieën. Als we elke van deze 5 dagen vieren met ware begrip, dan zal dit ons leven verrijken. Elke dag heeft zo zijn eigen rituelen en mythes:
De eerste dag is genoemd Dhanteras, deze valt op de 13e dag van de maand Ashwin. Het woord Dhan betekent rijkdom. Deze dag is heel belangrijk voor de samenleving.
De tweede dag is bekend als Chotti Divali (kleine Divali), deze valt op de 14e dag van de maand Ashwin. De legende relateert deze dag aan koning Bali die de halfgoden gevangen hield.
De derde dag van het feest Divali is de meest belangrijke dag van de Laxmi-puja, welke geheel in het teken staat van de godin Laxmi. Deze dag is ook bekend als Chopada-puja. Deze dag valt op de donkere nacht van Amavasya (donkere helft van de maand). Men gelooft dat op deze voorspoedige dag god Krishna zijn incarnatie heeft verlaten.
De vierde dag is genaamd Padwa, welke de kroning van de koning Vikramaditya onderstreept. Op deze dag begon ook de Vikram-samvat: de jaartelling van de Hindus.
De laatste van de 5 dagen is bekend als Bhaiya-Dooj. Tijdens deze dag staat de liefde tussen zus en broer centraal. De broer gaat naar het huis van zijn zus om deze dag te vieren.
Divali is een festival van geluk, helderheid, pracht en vreugde. Het is het feest van het licht en wordt gevierd met groot enthousiasme door alle hindoes over de gehele wereld.