Poelepantje en het Saramaccakanaal
In december 2015 opende de stichting Fiti Fu Wini een multifunctioneel centrum in de wijk Poelepantje. Bij deze gelegenheid gaf de historicus Mildred Caprino enige bijzonderheden over die plek. Zij vertelde dat de plek waar het centrum staat een oversteekplaats is geweest. De kreek die er liep, is gedempt om de wegen die daar nu liggen, aan te leggen.
Er hebben in de loop van de tijd minimaal twee bruggen gestaan. Maar in sommige tijden van het jaar was de kreek op deze plek ondiep genoeg en koos men er voor om van hieruit te lopen naar de overkant. Om dat te doen werden de pangi ‘s of de kleren die men droeg uitgedaan en op het hoofd vervoerd.
‘Pur yu pangi’ (je kleren uitdoen) is ‘Poelepantje’ geworden. Maar het heeft ook een diepere betekenis. ‘Pur yu pangi’ gaf ook aan dat je een andere identiteit aannam. Je kwam naar de stad en moest je aanpassen.
De kreek. waar Mildred Caprino op doelde was de Domineekreek, een inham van de Surinamerivier. Vanuit deze kreek werd lang geleden een kanaal aangelegd dat leidde naar de Wanicakreek, een inham van de Saramaccarivier. Dit werd het Saramaccakanaal. Reden voor de aanleg was dat voor die tijd vervoer van personen of goederen van Saramacca naar Paramaribo slechts mogelijk was overzee. Het kanaal kwam rond 1800 gereed.
Bij een brug over het kanaal bij Poelepantje werd een militaire post gevestigd, omdat men dit duidelijk zag als de grens tussen het achterland en Paramaribo. Wie hier wilde passeren moest gecontroleerd worden en slaven moesten een speciale vergunning hebben. Het is ook hier dat de naam Poelepantje voor het eerst in een krant genoemd werd toen er in 1838 een onbemande pont (vrachtboot) aanspoelde.
Bijna vanaf het begin van de aanleg van het Saramaccakanaal deden zich moeilijkheden voor met betrekking tot de doorvaart.
De waterstanden wisselden vanwege het feit dat eb en vloed in de twee rivieren ook zijn uitwerking op de doorvaartdiepte van het kanaal hadden. Bovendien bleek het kanaal zo gegraven dat het gemakkelijk dichtgeslibde en volgroeide. Dit werd ook nog in de hand gewerkt omdat er enkele haakse bochten in het kanaal zaten. In de kranten uit die tijd leest men telkens weer over die problemen en de voortdurende onderhoudswerkzaamheden.
Rond 1840 lag er zelfs het voorstel een geheel nieuw kanaal te graven dat de bovengenoemde mankementen niet vertoonde. Tot een uitvoering van deze plannen is het niet gekomen. Ook is er overwogen een spoorverbinding aan te leggen tussen Paramaribo en Saramacca. Dit plan heeft het niet gered.
Wel werden er rond 1900 sluizen aangelegd, zowel in de monding van de Domineekreek alsook van de Wanicakreek. Zodoende werd het kanaal beter bevaarbaar, maar baggeren en verder onderhoud bleven noodzakelijk. In 1933 werd bij Poelepantje een watertoren in gebruik gesteld om het uit Republiek aangevoerde drinkwater over Paramaribo te kunnen distribueren.
Met betrekking tot de doorvaart van het Saramaccakanaal is er uiteindelijk pas in 1960 daadwerkelijk iets veranderd. Er werd een andere doorsteek naar de Surinamerivier gemaakt met ook weer een sluis. Daarna werd de Domineekreek gedeeltelijk gedempt en er werden enkele bruggen aangelegd.
Rond 2015 is er nog sprake van geweest om een spoorlijn van Poelepantje naar Onverwacht aan te leggen en daarna misschien ook de spoorlijn door te trekken naar vliegveld in Zanderij. Tot dusver is het hier niet van gekomen.
Auteur: Jacob van der Burg