Andresa
Houtplantage Andresa bij de Kalebaskreek in Saramacca werd rond 1828 in gebruik genomen. Rond 1845 volgde de plaatsing van stoomzaagtoestel, waarna het in 1846 werd vereerd met een bezoek door gouverneur Van Raders. In 1828 kreeg Johannes van den Bosch de opdracht van Willem I om in het kader van het Nicaraguaplan bij de Surinaamse vesting Groningen de stad Columbia te vestigen.
De nieuwe stad Columbia zou het centrum moeten worden van de economische activiteiten in de regio en ter plekke zou een nieuwe haven moeten worden aangelegd om de geproduceerde goederen uit de regio te verschepen. Een van de acties in dit verband was het verplaatsen van de leprozerie van Voorzorg bij Groningen naar Batavia. Ongeveer gelijktijdig werd stroomopwaarts van Batavia een houtvellingsplantage in gebruik genomen met de naam Andresa waar zo’n 200 tot slaaf gemaakten te werk werden gesteld.
In 1841 kreeg Andresa in opdracht van Van den Bosch bezoek van botenbouwer H.F.M. Cleef die in het verslag na zijn bezoek voorzichtig opperde of het inzetten van Paltzer boeren op zijn plaats zou zijn, en de problemen schetste rond de houtverwerking ter plaatse. Nadien zou er een stoomzaagtoestel uit Amsterdam worden geïnstalleerd die was vervaardigd door de Koninklijke fabrikanten Paul van Vlissingen en Dudok van Heel.
De ‘gouvernementshoutplantage’ werd begin 19e eeuw regelmatig bezocht door de Hernhutters (Evangelische broeders; EBG) en moet de nodige indruk hebben gemaakt. In 1860 zou C.A. Wois zorg dragen voor de manumissie van de in 1845 geboren Andresa.
Houtplantage Andresa begin 20 ste eeuw
Auteur: Nico Eigenhuis