Nickerie en de Hindustanen
Nickerie en de Hindustanen
Vorige pagina |
Het is duidelijk dat er relatief veel Hindustanen in Nickerie terecht zijn gekomen. Een poging dit te verklaren maakt veel duidelijk, maar roept ook weer nieuwe vragen op.
Toen de Britten in 1814 Brits-Guyana overnamen hadden ze reeds het verbod ingesteld op de internationale handel in slaven. In 1823 leidde het misverstand dat de slavernij door de Britten was afgeschaft tot een grote opstand te Demerara . De afschaffing van de slavernij liet er nog op zich wachten tot 1834.
Veel Schotten en Engelsen verplaatsten in die periode hun plantages richting Nickerie en Coronie, zoals bijvoorbeeld Cameron en Wright. Na de afschaffing van de slavernij in Brits-Guyana was de komst van de Madeirezen na 1834 ter plekke succesvol, maar ontoereikend.
Ook bracht hun komst raciale spanningen met zich mee. Het Gladstone Experiment in 1838 waarbij de eerste Hindustaanse contractanten in Brits-Guyana actief waren was weinig succesvol. Desondanks werd er gestart met de grootschalige werving van Hindustaanse contractanten.
Nickerie kende grote bedrijvigheid en welvaart rond de stad Nieuw-Rotterdam na de komst van de Britse planters . Ook voor Suriname betekende de emancipatie -in 1863- dat er een tekort aan arbeidskrachten was in te vullen. De rond Nickerie gevestigde Britse planters zagen kans om vanaf 1868 vanuit de Britse gebieden Hindustanen te werven.
Ze werden er ter plekke als contractant geregistreerd. Nadat in 1873 de officiële werving ter hand werd genomen aan de hand van het Brits Nederlandse traktaat kwamen veel van de nieuwkomers in Nickerie terecht.
Naar aanleiding van de komst van de Hindustanen naar Brits-Guyana kun je je afvragen in hoeverre er bij hun selectie rekening is gehouden met de mogelijkheid dat er nieuw raciale spanningen zouden ontstaan.
Heeft er om die reden bijvoorbeeld in India specifieke werving plaatsgevonden van Indiërs met Afrikaanse roots, zoals de Siddi’s. Daarbij komt nog de vraag in hoeverre ze in Guyana inmiddels zijn geïntegreerd.
Auteur: Nico Eigenhuis