Quartarola
Quartarola
Na de grote brand in Paramaribo in 1821 verdween de Quartarolisstraat, waarvan de naam verwees naar de vanuit Venetië afkomstige rijke planter die in zou hebben gestemd met een poging om ten strijde te trekken tegen Rome. Zijn naam verwees op zijn beurt naar het Genuese gouden kwartje, de Quartarola
Het recht om munten te slaan was een veelgevraagd privilege in de middeleeuwen, dat alleen door de keizer worden verleend. Genua had het in 1139 ontvangen door keizer Conrad III.
De voorzijde van de Genuese munten beeldde het gelijknamige wapen van de stad af: de stadspoort, of Ianua in het Latijn. De achterkant toonde het kruis van Jeruzalem, uit eerbied voor Conrad die had deelgenomen aan de Tweede Kruistocht. Deze tweede kruistocht werd een complete mislukking omdat het leger van Conrad al in Klein-Azië werd verslagen en Edessa, dat de kruisvaarders wilden bevrijden al lang voor de aankomst van de kruisvaarders was vernietigd door moslimtroepen.
Voor de handel vormden de kruistochten echter een beslissende impuls. Als drukke havenstad profiteerde Genua aanzienlijk van deze handel, en tegen 1252 kon het zijn eerste gouden munten uitgeven.
De Genovino d'oro werd de belangrijkste gouden handelsmunt van zijn tijd, samen met de Fiorino d'oro uit Florence. Onder het bewind van Doge Simone Boccanegra (1339-1344), werden ook een derde en vierde van de Genovino geslagen – deze quartarola is zo'n kwartje.
NB De Quartarolisstraat moest wijken voor het Vaillantsplein dat dient als brandcorridor. Over Quartarolis en diens plantage Quaad gerucht is reeds een apart bericht te vinden in deze groep
Auteur: Nico Eigenhuis