Plantage Nooytgedacht
Plantage Nooytgedacht
De familie Herbert kwam in begin 19e eeuw in het bezit van plantage Nooytgedacht te Commewijne, en hernoemde het tot Ellen. Via familiebanden kwam het hierna in het bezit van de familie Tyndall.
De plantage Nooytgedacht werd als koffieplantage aangelegd door David François Dandiran uit Genève. Na zijn overlijden kwam het in handen van Jean André Tourton. Begin 19e eeuw stond de plantage op naam van Nicolas Herbert sr. die het tussen 1825 en 1831 omzette tot een suikerplantage en de naam wijzigde naar Ellen.
De genoemde familie Tyndall kwam tijdens het Engelse tussenbewind (1802-1816) naar Suriname wegens familiebanden met De Veer, waarvan Abraham de Veer van 1822 tot 1828 gouverneur van Suriname was.
Joseph de Veer Tyndall (1778-1845) was met zijn slaven vanuit Grenada naar Suriname gekomen. In Nickerie werden hij en zijn gezinsleden eigenaar resp. directeur van de buurplantages Waterloo, Nursery en Hazard. Hiernaast werden ze ook eigenaar van de aan zee gelegen plantage met Sealand.
Zoon James Tyndall trad in het huwelijk met een Herbert. Hierdoor kwam plantage L’Esperance in het bezit van de Tyndall’s, evenals Klein Bellevue. Ook was hierdoor plantage Ellen in Commewijne een tijdje in het bezit van de familie Tyndall. Waarschijnlijk brachten ze van deze plantage slaven over naar Nickerie. Tot de familienamen op Ellen ten tijde van de emancipatie behoort de van Tyndall afgeleide naam Tiendalli.
In 1880 werd de plantage aangekocht door de Nederlandse Handelsmaatschappij met het doel het suikerriet te leveren aan een nog te bouwen centraalfabriek in dit gebied en vanaf 1896 vormde de plantage een alliantie met buurplantage Leliëndaal.
Sluis te Ellen
Auteur: Nico Eigenhuis