Hecht en Sterk
Hecht en Sterk
De koffieplantage Hecht en Sterk aan de Commewijnerivier behoort tot de plantages die na de oplevering van Fort Nieuw-Amsterdam in 1747 werden aangelegd.
De plantage werd oorspronkelijk aangelegd door Jacob Mottet en kwam in 1761 in het bezit van Isaac Stolkert. Na diens overlijden kwam de plantage in handen van zijn weduwe Elisabeth Buys, zij trouwde hierna met de latere gouverneur Jean Nepveu. De volgende eigenaar van de plantage was Elisabeth’s zoon Frederic Cornelis Stolkert, die was getrouwd met Susanna du Plessis.
Ten tijde van de emancipatie in 1863 was Adolf Tielenius Kruythoff de eigenaar. Hij was pakhuismeester en lid van de Raad van Justitie. De plantage heeft daarna nooit contractanten aangeworven, en werd waarschijnlijk al kort na de emancipatie buiten productie gesteld.
In 1910 werd de plantage opgekocht door het Gouvernement om er, samen met Frederiksburg, een gouvernementsplantage van te maken. Zij werden ingericht voor de uitgifte van gronden aan contractarbeiders. Hun contracten liepen af en het Gouvernement wilde niet dat zij het land zouden verlaten. De functie van de plantage werd hiermee vergelijkbaar met die van plantages als Laarwijk en Domburg.
Op plantage Hecht en Sterk was ook de familie van de dichter Martinus Haridat Lutchman gevestigd. Lutchman (1926-2019), beter bekend als Shrinivasi, bracht in 2013 een bundel gedichten uit met als titel Hecht en Sterk.
Auteur: Nico Eigenhuis