Sir John Gladstone
Gladstone
Sir John Gladstone speelde een belangrijke rol in de gang van zaken te Brits Guyana. Op zijn plantage ontstond de Demerara-opstand van 1823 door de slaaf Jack Gladstone die naar hem was vernoemd. Ook was hij verantwoordelijk voor de komst van de eerste contractanten uit India in zijn “Gladstone experiment”. Zonder hem zou er nimmer een Lalla Rookh zijn geweest.
Sir John Gladstone (1764 – 1851) is geboren in Leith, ten noorden van Edinburgh. Hij verhuisde naar Liverpool en onder de naam John Gladstone & Company dreef hij een grote handel met Rusland en India. John Gladstone verdiende een fortuin in de handel in maïs met de Verenigde Staten en katoen met Brazilië.
Door zijn commerciële activiteiten verwierf hij verschillende grote plantages in Jamaica en Guyana, waar aanvankelijk tot slaaf gemaakte Afrikanen werkte. Hij negeerde het uitgebreide en vernietigende bewijsmateriaal over de realiteit van de slavernij in de Britse en Franse Caraïben, aangeboden door vele schrijvers uit die tijd, zoals zendelingen en andere terugkerende Britten.
Toen de wet tot slavernijafschaffing in 1833 werd aangenomen ontving hij £ 106.769 (moderne equivalent £ 83m) voor de 2.508 slaven die hij bezat op negen plantages, de hoogste van alle compensatiebetalingen die zijn gedaan door de Slave Compensation Commission.
De slaaf Jack Gladstone en zijn vader Quamina werkten als slaaf op plantage Success te Demerara. Hij werd Gladstone genoemd naar zijn meester Sir John Gladstone die nooit zijn plantage had betreden. Jack was een kuiper op de plantage. Hij was zich bewust van het debat over de slavernij in Groot-Brittannië en vernam geruchten over emancipatiepapieren die vanuit Londen aankwamen.
Hij stelde de leden van de kapel op de hoogte van de “nieuwe wet”. Jack leidde vervolgens tienduizenden slaven om tegen hun meesters op te staan. Het zeer lage aantal blanke slachtoffers is het bewijs dat de opstand grotendeels vreedzaam verliep. De Demerara-opstand van 1823 werd echter wreed neergeslagen en had fatale gevolgen voor Quamina en de Britse geestelijke John Smith. Jack Gladstone werd verkocht en gedeporteerd naar Saint Lucia.
Na de afschaffing van de slavernij in Brits Guyana was Sir John Gladstone de initiatiefnemer van “The Gladstone Experiment”. Het gat aan arbeidskrachten na de afschaffing van de slavernij liet zich op de plantages niet aanvullen door alleen Madeirezen en andere eilandbewoners te werven.
Vandaar dat Gladstone, die in Demerara plantages had met Hollandse namen als VreedenHoop en VreedenStein, voorstelde om een beperkt aantal Indiërs te werven via het recruteringsbedrijf Gillanders, Arbuthnot and Company in Calcutta. Er vertrokken in 1838 voor het ‘Gladstone-experiment’ twee schepen uit India met in totaal 414 immigranten, waarvan 18 de overtocht niet zouden overleven. Onder degenen die tewerk werden gesteld waren 22 vrouwen.
Het ontbrak ze aan de meest basale voorzieningen, ze werden uitgebuit en er braken ziektes uit. Binnen 18 maanden kwamen er 76 van ze te overlijden. Aan het einde van hun vijfjarige periode kozen van de toen nog resterende contractanten 236 voor een terugkeer naar India. Ondanks de vele problemen heeft het ‘Gladstone-experiment’ de weg geëffend voor de komst van 240.000 Indische contractanten om naar Guyana te komen, waarvan er 75.000 zijn teruggekeerd naar hun land van herkomst.
Vanaf 1873 startte ook de officiële werving van Hindustaanse contractanten voor Suriname.
Auteur: Nico Eigenhuis