Baronesse van Lynden
Baronesse van Lynden
Vorige pagina |
Ze noemde zich in Suriname ook wel Freule, en was tevens Jonkvrouwe, maar duidelijk is dat de in Suriname actieve Baronesse van Lynden van adel was. Ze deed in Suriname dan ook edel werk.
In ‘een oog boven Paramaribo’ wordt in 1975 door J. van de Walle zijn respect uitgesproken voor haar. Hij beschrijft hoe deze aristocratische dame voor een heel ander leven had kunnen kiezen, maar ervoor koos om zich in te zetten voor de stadzending. Hij beschrijft haar als een klein van stuk zijnde filaria patiënte die zich onvermoeibaar inzette voor de allerarmsten. Haar zorg ging met name uit naar de kinderen waarbij ze haar houvast had aan haar geloof.
De in Roermond geboren Johanna Wilhelmina Barones van Lynden (1890- 1968) zorgde tot haar 36e voor haar vader die kolonel was. Na zijn overlijden werd ze directrice van het Magdalenahuis te Zetten, tot dit in 1931 in vlammen opging.
Vanaf 1931 verbleef ze namens de EBG in Suriname, waar ze als Freule van Lynden onder de titel “Donker Paramaribo” in de jaren dertig in de kranten advertenties plaatste waarin aandacht werd gevraagd voor de minder bedeelden. Later schreef ze ook boeken, met als titels De Evangelische Broedergemeente in Suriname, Van een Surinaamse jongen, In het oerwoud van Suriname, Waar kindertranen worden gedroogd en Twee vrienden.
In 1951 werd de Baronesse benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau in haar hoedanigheid als wijkzuster, tevens belast met de armenzorg, bij de Evangelische Broedergemeente, Paramaribo. Bij haar vertrek uit Suriname eind 1953 kwam een stedelijk muziekgezelschap op de boot afscheid nemen van “Tante Freule”. In 1968 overleed ze in Zeist, en werd ze begraven op de Zeist zusterbegraafplaats.
Over de historie van de familie van Lynden is het nodige bekend. Van Lynden is een oud Gelders geslacht dat vanouds tot de adel van de Nederlanden behoort. De familienaam komt uit het plaatsje Lienden in Betuwe, waar de familie haar naam aan heeft ontleend.
Het oudst bekende lid van het geslacht Van Lynden, Steven, wordt vermeld in 1307 en was gegoed in het plaatsje Lienden, waar de familie haar naam aan heeft ontleend. Vanaf 1814 werden leden van het geslacht benoemd in de ridderschappen en gingen vanaf toen behoren tot de Nederlandse adel, enkelen met de titel van baron of barones.
Auteur: Nico Eigenhuis