|
Onderwerpen Bekende personen |
| |
| SURINAME AFDELINGEN - Bekende personen - - Musici
terug
Surinaamse Musici
Eddy Snijders
(Met dank aan Ronald Snijders, die ons de toestemming gaf delen van zijn boek "De man met de piccolo", een biografie over zijn vader, te gebruiken)
Richenel Edgar Snijders werd geboren op zaterdag 12 mei 1923 in de Prinsessestraat 112 in Paramaribo. Op 4 jarige leeftijd werd hij gedoopt inde Petrus en Paulus kathedraal.
Op de vraag wanneer muziek hem begon te interesseren zegt hij met zekerheid: "Op mijn achtste. Dat weet ik precies, het was na mijn eerste heilige communie. |
|
|
Ik toonde een geweldige interesse nadat ik met mijn vader mee mocht naar de repetitie van het symfoniekoor Amicitia waarin hij speelde. Vanaf de eerste keer de eerste keer dat ik het had gehoord, was ik er vol van".
Gaandeweg ontdekte Eddy zijn natuurlijke aanleg voor het componeren. In de jaren voor het vertrek van zijn broer Ewald naar Curaçao in 1941, zat Eddy vaak met zijn broers te musiceren, waar hij ook de muziek zelf voor schreef.
Eddy , een pure autodidact, heeft veel zelf geleerd. Er was in die tijd geen mogelijkheid om in Suriname een vakopleiding in de muziek te volgen. In die tijd maakte hij de volgende composities "Verjaringslied en "De crescendo mars" .
In 1942 kwamen Eddy en zijn broer Frank via Adjudant Rouwenhorst terecht bij de Militaire kapel en begon zijn loopbaan als beroepsmilitair. In dat jaar ontmoet hij ook zijn vrouw Olga Ooft, met wie hij op 7 Juni 1947 trouwt.
In 1948 schreef Eddy zijn eerste muziek voor een kinderballet en in 1950 een concertino voor kornet en orkest, waarvan hij - en later Waldy Zuiverloon, de solist was. Ook maakt hij vanaf dat deel uit van het Filharmonisch orkest.
In 1951 maakt hij deel uit van het Surinaamse jazzorkest: "Bios Surinam Boys" en de "Latinaband Sonora Panamarera".
Eddy componeerde overal. Thuis aan de eettafel. In de slaapkamer. In de auto op alle papiertjes die hij vond gedurende de tijd dat hij op iemand zat te wachten. Op de binnenkant van een sigarettenpakje. In zijn leskamer bij de Volksmuziekschool als een leerling verstek liet gaan of nog niet was gearriveerd. Tijdens de lunchpauze in het Prins Bernhard-kampement. Zelfs tijdens zijn piket zat hij grote delen van de tijd onbezorgd te componeren of te arrangeren in de karakteristieke houding met zijn linkerhand op zijn voorhoofd.
Het maakte in principe weinig uit of het druk om hem heen was. Scheppen beschouwde hij niet als iets dat perse teruggetrokken op een zolderkamertje moest gebeuren. Zijn stemming tijdens het schrijven van muziek was niet diep ernstig of uitgelaten. Je hoorde hem af en toe dingen neuriën die met een vulpen of balpen op papier werden vereeuwigd.
Het enige wat hem irriteerde was zingen in zijn buurt terwijl hij bezig was. Hij reageerde dan waarschuwend met: `Néé man!' alsof je diende te weten dat dit een doodzonde was.
Als Eddy iets nieuws aan het componeren was speelde hij het even aan zijn vrouw voor en vertelde haar over de bedoeling van het werk in wording.
Het meest opvallende rond Eddy in zijn creërende fase was de afwezigheid van welk instrument dan ook. Geen piano of gitaar, geen fluit, klarinet of trompet. Geen uitproberen van akkoorden, bastonen of tussengelegen melodieën.
En toch zaten zijn creaties boordevol modulaties en andere kleurveranderingen. Daarover zei hij: 'je moet de kleuren van een instrument kennen. Je moet een geluidsvoorstelling hebben, weten hoe een hoorn, fagot of tuba klinkt.
Selectie uit de composities van Eddy Snijders
|
|
|
Titelcompositie
|
jaar
|
Uitvoering / opname
|
Crescendo Mars |
1940 |
Patronaats-harmonie
|
La belle Juliette 1943 (wals) |
1943 |
Militaire kapel
|
Avondlied (nocturne opus 5) |
1944 |
Surinaams Filharmonisch |
|
|
orkest in 1948
|
Spirit of Suriname (mars) |
1946 |
Militaire kapel in 1946 en |
|
|
1955
|
Diana de jachtgodin (fantasie) |
1946 |
Militaire kapel in 1946
|
Kerst-hymne |
1946 |
Militaire kapel in 1952
|
Heracles en Megara (ouverture) |
1947 |
Militaire kapel in 1948
|
Romantic matador (dansfantasie) |
1947 |
Militaire kapel
|
Beauties from the Guyanas (wals) |
1948 |
Militaire kapel
|
La fête des Baccantes (fantasie) |
1949 |
Militaire kapel
|
Concertino voor trompet en orkest |
1950 |
Militaire kapel
|
Dierbaar Suriname |
1954 |
Militaire kapel
|
Eerste Surinaamse Rhapsodie
|
1957
|
Militaire kapel
|
Wi egi prisiri (mars) |
1958 |
Militaire kapel / Op lp van |
|
|
Militaire kapel / |
|
|
Op lp van Koninklijke Militaire Kapel in Nederland
|
Jardin de palmeras |
1958 |
Militaire kapel / Op lp van |
(bolero-mambo)
|
|
Johan Willem Frisokapel in Nederland/ op EP van de Militaire kapel uit 1963
|
Mildred (wals)
|
1958
|
|
Band succes (mars)
|
1959
|
Eerste uitvoering door Politiekapel
|
Poeroe voetoe |
1958 |
Militaire kapel / Op LP `12 Surinaamse marsen' van de Militaire kapel (1969) / Maranatha koor / Op LP `Sranan kondre' van Maranatha-koor / Op LP `Trotyl' van de Twinklestars / Op maxi single Tumuk Humak van Clark Snijders
|
Anansie torie-balletmuziek |
1959 |
Klein ensemble
|
Het Surinaams elftal (mars) |
1960 |
Militaire kapel
|
Anansi torie (balletsuite; 5 delen) |
1961 |
Koninklijke Militaire kapel / |
|
|
Militaire kapel
|
Anansi torie (balletsuite; 5 delen) |
1963 |
Filharmonisch orkest
|
Patricia (valse español) |
1963 |
Militaire kapel
|
Vlaggenlied |
1965 |
Jeugdorkest
|
Fo lobi tori (balletsuite) |
1966 |
Surinaams Filharmonisch |
|
|
orkest
|
Mini mini |
1969 |
Militaire kapel / op LP van |
|
|
Militaire kapel
|
Freri nanga Fesa |
1969 |
Militaire kapel/ op LP van |
|
|
Militaire kapel
|
La village Russe (suite) |
1970 |
Klein ensemble
|
Alida (dansfantasie) |
1970 |
Militaire kapel
|
Sranan Faja |
1971 |
Militaire kapel /Jeugdorkest
|
Busi Bromtji |
1973 |
Militaire kapel /Jeugdorkest
|
Parademars |
1979 |
SKM-kapel |
|
naar boven
Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo - Last update:
|
|
|
| | |