BATAVIA en LEPRA
Vanaf de oprichting van de leprozerie te Batavia hebben de paters
Redemptoristen zich het lot der zieken aangetrokken. In de eerste vier
jaren van zijn bestaan, werd het etablissement één- of hoogstens tweemaal
's jaars bezocht. Den 27ste januari 1830 werd Batavia aan de Perfect (de
latere Mgr. Grooff), op diens aanbod, voorgoed tot werkkring door het
gouvernement aangewezen. In dat jaar begon Grooff, uit verkregen aalmoezen
een kerk met pastorie te bouwen. Wegens geldelijke problemen duurde de
bouw zes jaren. De nieuwe kerk werd op 7 februari 1836 ingewijd. Een
geneesheer werd pas in 1850 geplaatst.
"Peerke" Donders. Pater Donders, zalig verklaard door de Rooms katholieke kerk, vanwege zijn werk onder de melaatsen.
In tijden dat er nog geen medicijnen waren voor deze zeer besmettelijke en vreselijke ziekte,
verzorgde hij en de zusters deze patienten. Iedereen die melaats werd stierf een langzame en pijnlijke dood.
De lichaamsdelen rotten langzaam weg. De melaatsen of leprozen werden dan uit de gemeenschap verbannen, zoals in Suriname, naar de plantage Batavia.
Pater Donders verbleef van 1856-1866 als pastoor te Batavia; doch
heeft in 't geheel zes en twintig jaar onder de melaatsen geleefd en
gewerkt. Van meet af aan, waren R. K. priesters,
zoals eerder gesteld, betrokken bij deze melaatsen-inrichting. De
'Beknopte Geschiedenis der Katholieke Missie in Suriname door een pater
Redemtorist, 1884' bericht als volgt: 'De eerste, helaas ook de laatste
apostolische tocht van de Hoogeerw. Heer van der Weyden was naar de
melaatschen en had plaats in de maand September 1826, toen de
besmettelingen omstreeks twee jaren naar hun nieuwe afzonderingsoord,
Batavia, waren overgebracht. Hun getal bedroeg ongeveer 300. Een der
hutten zegende hij den 17e September tot oratorium of bidplaats. . .'
Nadat Batavia in 1830 de R.K. priesters als werkterrein was aangewezen,
vroeg de Weleerwaarde Heer J. Grooff een stuk terrein aan op het
etablissement om daar een kerk-pastorie neer te zetten en een
begraafplaats aan te leggen. Op dit verzoek werd gunstig gereageerd,
hetgeen o.a. blijkt uit de hier onder volgende meetbrief.
Certificaat.
Betrekkelijk een strookje grond ter grooten van zes akkers acht
C-kettingen, gelegen aan de Rivier Coppename ter linker hand in het
opvaren, welke in den Jare 1834 16 september provisioneel is toegekend aan
den Wel Eerwaarde heer Jacobus Groof Roomsch Catholijke Priester en
Pastoor alhier te Paramaribo, voor en ten behoeve van de R. C. gemeente
van Suriname. Is bij besluit van Zijne Majesteit dd. 13 april 1835 No.
411/370 in alodialen eigendom verleend aan genoemde heer Groof Priester en
Pastoor alhier ten behoeve van de R. C. gemeente van Suriname, voor
zooverre de R. C. Kerk, kerkhof en een strookje aangrenzend land van het
Etablissement Batavia, gelegen aan de Rivier Coppename ter linker hand in
het opvaren. Is door mij ondergetekende ter requisitie van den Eerwaarde
heer Groof R. C. gemeente Priester en pastoor, uitgemeeten het onderhavige
perceelland, ter groote van 6 akkers, 8 kettingen meteen face op
beide einden, eensgelijke inhoud van 4 kettingen en tot dieptens op eene
zijde (in een 2de certificaat van dezelfde landmeter voor deze uitmeting
staat hier: op de noordoostelijke zijde) 17 kettingen 35 voeten, op de
andere zijde (in het 2de certificaat staat: zuid westelijke zijde) 16
kettingen en 31 voeten. Belendende ten Noorden aan de Rivier Coppename,
ten Oosten, Zuiden en Westen aan de gronden van het Etablissement Batavia,
en in figura hebbende als door nevensgaande kaart met de letters A: B: C:
D word aangewezen. Paramaribo den 10e Maart 1836 Z. Wijers en
Rooymeester. Approbatie op de uitmetingskaart. Gezien de ommestaande kaart
van uitmeting door den Beëedigde Landmeter Zeger Weyers vervaardigd
approberen dezelven in alle zijne leeden en deele. Paramaribo den 28 Maart
1836 De Gouverneur Generaal der Nederlandsche West-Indische Bezittingen.
w.g. E.L. van Heeckeren. 1 akker = 10 vierkante ketting; 1 ketting = 20.72
m en 10 vierk.ketting = 0,429 ha. 6 akkers en 8 kettingen = 2,92 h.a. (1
ketting = 66 voet; 1 voet = 0,314 m). 17 ketting 35 voet = 363,23 m en 16
ketting 31 voet = 341,25 m.