|
| |
| SURINAME AFDELINGEN - Bevolking - Javanen - De pioniers
terug
De eerste 94 Javanen in Suriname
© Auteur: Paul. P. Mangoenkarso
7.1 Het wonen
De arbeidscontractanten werden bij aankomst gehuisvest in houten arbeiders woningen (barakken) op plantage Mariënburg. Een barak bestaat soms uit drie of meer aan elkaar aaneengesloten woongedeelten. Een voorbeeld van een barak met meer dan drie wooncompartimenten is nog steeds te zien op Kampong Sawa, een (voormalig) arbeidscontractantenwijk te Mariënburg.
Voormalige arbeidersbarakken met meer dan 3 wooncompartimenten, op Mariënburg © E.R. Pawirodikromo |
|
Voormalige arbeidersbarakken met 3 wooncompartimenten | De barak heeft tussen de andere wooncompartimenten aan de voorzijde een niet afgescheiden (balkon) veranda, een woonkamer/slaapkamer en een afgesloten achterplaatsje waarin zich een keuken "dapuran" en een badkamer (kamar ketjil of pekiwan) bevindt. De latrine (plee, kakos in het Javaans) bevindt zich soms links of rechts voor op het erf van de tegen over elkaar liggende groep van twee barak blokken.
Barak met aan de voorkant "barrils" gezien en getekend door Soeki Iridikromo
Badwater wordt uit de put "sumur" gehaald, dat ook in sommige gevallen aan de voorkant tussen twee blokken is gesitueerd. Drinkwater wordt in een regenton van ruim 200 liter inhoud opgevangen en opgeslagen. De regenton is een van binnen en buiten met teer tegen het roesten bewerkte spijsolie- of benzine- of smeerolie-vat. De Javanen noemen zulke oliebarrels "barril".
In de
droge tijd komen de waterputten droog te staan en het benodigde water wordt versjouwd van uit een verder afgelegen door de suiker onderneming aangelegde vijvers "blumbangan". Dat gebeurt in twee kleine eveneens met teer bewerkte vierkante spijs olie blikken van ruim 20 liter inhoud in het midden met hout vastgemaakt geconstrueerde handvat. Na een tijd worden ook ronde smeerolie (castrol)vaten van ruim 20 liter in gebruik genomen. De term daarvoor "ngansjoe/mikol banjoe siram".
Bij het versjouwen van de met water gevulde kleine vaten uit ver afgelegen vijvers gebruiken de Javanen een van bamboe vervaardigde lat "pikolan" genaamd. Aan het einde van de lat wordt tegen het verschuiven van de van de olieblikken aan weerzijde van een inkeping voorzien en een touw van ongeveer 50-75 cm bevestigd met een haak eraan, die aan het handvat van de waterblikken gehaakt wordt. De pikolan met aan weerzijden gevulde kleine vaten wordt aan een schouder of over de nek heen aan beide schouder voort gedragen.
|
|
naar boven
Ontwerp © Webteam Suriname - Afdeling Suriname - Zwartenhovenbrugstraat - Paramaribo - Last update:
|
|
|
| | |