Grondwet van de Republiek Suriname
HOOFDSTUK IX
BEGINSELEN VAN DE DEMOCRATISCHE STAATSORDENING
EERSTE AFDELING
POLITIEKE DEMOCRATIE
Artikel 52
1.De politieke macht berust bij het volk en wordt uitgeoefend in
overeenstemming met de Grondwet.
2. De politieke democratie kenmerkt zich door participatie en representatie
van het Surinaamse volk, welke tot uitdrukking komen door de deelname van het
volk aan het vaststellen van een democratisch politiek stelsel, alsmede door
deelname in wetgeving en bestuur, gericht op het handhaven en uitbouwen van dit
stelsel.
De politieke democratie schept voorts de voorwaarden voor deelname van het
volk aan algemene, vrije en geheime verkiezingen ter samenstelling van de
volksvertegenwoordigende organen en van de Regering.
3. De verantwoordingsplicht ten opzichte van het volk en controle op het
overheidshandelen door organen die daartoe zijn ingesteld en het terugroeprecht
ten aanzien van gekozen volksvertegenwoordigers zijn waarborg voor een
waarachtige democratie.
TWEEDE AFDELING
POLITIEKE ORGANISATIES
Artikel 53
1. De Staat erkent de bevoegdheid van de burgers om politieke organisaties op
te richten, behoudens de beperkingen die uit het recht voortvloeien.
2. Politieke organisaties moeten de nationale souvereiniteit en de democratie
respecteren.
3. Bij het uitoefenen van haar bevoegdheden moeten de politieke organisaties
het navolgende in acht nemen:
a. de doelstellingen mogen niet strijdig en onverenigbaar zijn met de
Grondwet en met de wetten;
b. de organisaties moeten voor elke Surinaamse burger, die voldoet aan de
door de wet te stellen criteria, toegankelijk zijn, mits deze de beginselen van
de partij onderschrijft;
c. de interne organisatie moet democratisch zijn, hetgeen onder meer tot
uitdrukking dient te worden gebracht door:
- regelmatige bestuursverkiezingen;
- het vereiste dat voorgedragen kandidaten voor de volksvertegenwoordigingen
binnen de partijstructuren moeten zijn verkozen;
d. de kiezers in staat te stellen kennis te kunnen nemen van het
beginselprogramma en het verkiezingsprogramma van de politieke organisaties;
e. jaarlijkse publicaties van inkomstenbronnen en rekeningen in het
Advertentieblad van de Republiek Suriname en tenminste een dagblad;
f. het functioneren moet beantwoorden aan de beginselen van behoorlijk
bestuur, alsmede aan de gestelde wettelijke regels voor de waarborging van de
openbaarheid en inzichtelijkheid;
g. het samenstellen van een programma, met als enig doel de behartiging van
het nationaal belang.
DERDE AFDELING
BASISPRINCIPES VOOR HET FUNCTIONEREN VAN DE
STAATSORGANEN
Artikel 54
1. De Staat is verplicht de kiesgerechtigden te registreren en voor deelname
aan verkiezingen op te roepen.
De kiezersregistratie zal niet voor enig ander doel dienen.
Kiesgerechtigden zijn verplicht aan de kiezersregistratie medewerking te
verlenen.
2. Voor de organisatie en het functioneren van staatsorganen worden de
volgende basisprincipes in acht genomen:
a. beslissingen van hogere staatsorganen zijn bindend voor de lagere organen.
Deze bepaling geldt niet ten aanzien van de Rechtsprekende Organen;
b. lagere staatsorganen zijn verantwoording verschuldigd aan de hogere en
moeten rekenschap geven van hun werk;
c. de administratieve en uitvoerende organen zijn onderworpen aan de controle
van de vertegenwoordigende lichamen;
d. de vrijheid van discussie, kritiek en erkenning van de minderheid door de
meerderheid gelden in alle colleges en organen van de Staat;
e. politieke ambtsdragers zijn burgerrechtelijk en strafrechtelijk
aansprakelijk voor hun handelen en nalaten;
f. politieke ambtsdragers hebben de plicht om hun taak uit te oefenen in het
algemeen belang;
g. niemand wordt in een politiek ambt voor het leven benoemd of gekozen;
h. de centrale overheid draagt zorg voor een goede organisatie van
regelmatige voorlichting over het staatsbeleid en het staatsbestuur, ten einde
het volk optimaal in de bestuursstructuren te doen participeren.
De lagere overheid is gehouden om een communicatieproces naar het volk toe op
te bouwen, in het belang van het publiekgericht maken van het bestuur en de
deelname in het beleid.
|